Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. herstructureren:


Niederländisch

Detailübersetzungen für herstructureren (Niederländisch) ins Schwedisch

herstructureren:

herstructureren Verb (herstructureer, herstructureert, herstructureerde, herstructureerden, geherstructureerd)

  1. herstructureren
    uppbygga; reorganisera
    • uppbygga Verb (uppbygger, uppbyggde, uppbyggt)
    • reorganisera Verb (reorganiserar, reorganiserade, reorganiserat)
  2. herstructureren

Konjugationen für herstructureren:

o.t.t.
  1. herstructureer
  2. herstructureert
  3. herstructureert
  4. herstructureren
  5. herstructureren
  6. herstructureren
o.v.t.
  1. herstructureerde
  2. herstructureerde
  3. herstructureerde
  4. herstructureerden
  5. herstructureerden
  6. herstructureerden
v.t.t.
  1. heb geherstructureerd
  2. hebt geherstructureerd
  3. heeft geherstructureerd
  4. hebben geherstructureerd
  5. hebben geherstructureerd
  6. hebben geherstructureerd
v.v.t.
  1. had geherstructureerd
  2. had geherstructureerd
  3. had geherstructureerd
  4. hadden geherstructureerd
  5. hadden geherstructureerd
  6. hadden geherstructureerd
o.t.t.t.
  1. zal herstructureren
  2. zult herstructureren
  3. zal herstructureren
  4. zullen herstructureren
  5. zullen herstructureren
  6. zullen herstructureren
o.v.t.t.
  1. zou herstructureren
  2. zou herstructureren
  3. zou herstructureren
  4. zouden herstructureren
  5. zouden herstructureren
  6. zouden herstructureren
en verder
  1. is geherstructureerd
  2. zijn geherstructureerd
diversen
  1. herstructureer!
  2. herstructureert!
  3. geherstructureerd
  4. herstructurerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für herstructureren:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
omstrukturera herstructureren
reorganisera herstructureren
uppbygga herstructureren