Niederländisch
Detailübersetzungen für herkeuren (Niederländisch) ins Schwedisch
herkeuren:
-
herkeuren (heronderzoeken)
Konjugationen für herkeuren:
o.t.t.
- herkeur
- herkeurt
- herkeurt
- herkeuren
- herkeuren
- herkeuren
o.v.t.
- herkeurde
- herkeurde
- herkeurde
- herkeurden
- herkeurden
- herkeurden
v.t.t.
- heb herkeurd
- hebt herkeurd
- heeft herkeurd
- hebben herkeurd
- hebben herkeurd
- hebben herkeurd
v.v.t.
- had herkeurd
- had herkeurd
- had herkeurd
- hadden herkeurd
- hadden herkeurd
- hadden herkeurd
o.t.t.t.
- zal herkeuren
- zult herkeuren
- zal herkeuren
- zullen herkeuren
- zullen herkeuren
- zullen herkeuren
o.v.t.t.
- zou herkeuren
- zou herkeuren
- zou herkeuren
- zouden herkeuren
- zouden herkeuren
- zouden herkeuren
en verder
- ben herkeurd
- bent herkeurd
- is herkeurd
- zijn herkeurd
- zijn herkeurd
- zijn herkeurd
diversen
- herkeur!
- herkeurt!
- herkeurd
- herkeurend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für herkeuren:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
ominspektera | herkeuren; heronderzoeken | |
omtesta | herkeuren; heronderzoeken |
Computerübersetzung von Drittern: