Home ->Wörterbücher ->Niederländisch/Schwedisch ->übersetze gevierd

übersetze gevierd von Niederländische ins Schwedisch

Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. gevierd:
  2. vieren:
  3. Wiktionary:

Niederländisch

Detailübersetzungen für gevierd (Niederländisch) ins Schwedisch

gevierd:

gevierd Adjektiv

  1. gevierd (populair)
    populär; populärt

Übersetzung Matrix für gevierd:

ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
populär gevierd; populair begeerd; begerenswaardig; gewild; geziene; gezocht; veelgevraagd; welkome
populärt gevierd; populair befaamd; begeerd; begerenswaardig; beroemd; gewild; geziene; gezocht; veelgevraagd; welkome

Wiktionary Übersetzungen für gevierd:

Cross Translation:
FromToVia
• gevierd → beryktad; berömd; frejdad; känd ↔ célèbre — Qui est très connaître par une population et ses médias.
• gevierd → renommerad; beryktad; berömd; frejdad ↔ fameux — Dont la réputation est très grande.

gevierd form of vieren:

vieren Verb (vier, viert, vierde, vierden, gevierd)

  1. vieren (celebreren; feesten; feestvieren)
    fira; celebrera
    • fira Verb (firar, firade, firat)
    • celebrera Verb (celebrerar, celebrerade, celebrerat)
  2. vieren (laten vieren)
    låta dem fira; fira
    • låta dem fira Verb (låter dem fira, låt dem fira, låtit dem fira)
    • fira Verb (firar, firade, firat)

Konjugationen für vieren:

o.t.t.
  1. vier
  2. viert
  3. viert
  4. vieren
  5. vieren
  6. vieren
o.v.t.
  1. vierde
  2. vierde
  3. vierde
  4. vierden
  5. vierden
  6. vierden
v.t.t.
  1. heb gevierd
  2. hebt gevierd
  3. heeft gevierd
  4. hebben gevierd
  5. hebben gevierd
  6. hebben gevierd
v.v.t.
  1. had gevierd
  2. had gevierd
  3. had gevierd
  4. hadden gevierd
  5. hadden gevierd
  6. hadden gevierd
o.t.t.t.
  1. zal vieren
  2. zult vieren
  3. zal vieren
  4. zullen vieren
  5. zullen vieren
  6. zullen vieren
o.v.t.t.
  1. zou vieren
  2. zou vieren
  3. zou vieren
  4. zouden vieren
  5. zouden vieren
  6. zouden vieren
diversen
  1. vier!
  2. viert!
  5. gevierd
  6. vierend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für vieren:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
celebrera celebreren; feesten; feestvieren; vieren
fira celebreren; feesten; feestvieren; laten vieren; vieren lekker eten; savoureren; smikkelen; smullen
låta dem fira laten vieren; vieren

Verwandte Definitionen für "vieren":

  1. er op feestelijke wijze aandacht aan besteden1
    • we vieren feest vandaag1

Wiktionary Übersetzungen für vieren:

Cross Translation:
FromToVia
• vieren → fira ↔ fieren — Seemannssprache: ein Tau, eine Kette kontrolliert ablaufen lassen, um Lasten, Segel, Anker und dergleichen herunterzulassen
• vieren → festa; partaja; parta; röja ↔ party — to celebrate at a party
• vieren → festa; ha fest; kalasa ↔ fêter — célébrer une fête.
• vieren → släppa; frigöra; gå sönder ↔ lâcher — détendre, desserrer quelque chose.

Computerübersetzung von Drittern:

Verwandte Übersetzungen für gevierd







Kostenfreie, schnelle Übersetzungen

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Seite gezeigt in 0.0898 Sekunden
Seite aufgebaut in 1.0 Sekunden