Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. geil:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für geile (Niederländisch) ins Schwedisch

geil:

geil Adjektiv

  1. geil (seksueel opgewonden; opgewonden; hitsig; heet)

Übersetzung Matrix für geil:

ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
hett geil; heet; hitsig; opgewonden; seksueel opgewonden geagiteerd; gepassioneerd; hartstochtelijk; heetbloedig; levendig; stormachtig; temperamentvol; verhit; vurig; warmbloedig
kått geil; heet; hitsig; opgewonden; seksueel opgewonden
sexuellt upphetsad geil; heet; hitsig; opgewonden; seksueel opgewonden
sexuellt upphetsat geil; heet; hitsig; opgewonden; seksueel opgewonden
tänd geil; heet; hitsig; opgewonden; seksueel opgewonden aangestoken
tänt geil; heet; hitsig; opgewonden; seksueel opgewonden aangestoken; belicht; beschenen; bijgelicht; verhelderd; verlicht
upphetsad geil; heet; hitsig; opgewonden; seksueel opgewonden gehaast; gejaagd; gestressed; haastig; jachtig; opgefokt; opgehitst
upphetsat geil; heet; hitsig; opgewonden; seksueel opgewonden gehaast; gejaagd; gestressed; haastig; jachtig; opgefokt; opgehitst

Verwandte Wörter für "geil":

  • geilheid, geiler, geilere, geilst, geilste, geile

Wiktionary Übersetzungen für geil:


Cross Translation:
FromToVia
geil kåt; tänd horny — sexually aroused
geil upphetsande horny — sexually arousing
geil het hot — slang: physically very attractive
geil kåt geilerregt, sexuell fordernd, jemanden sexuell attraktiv findend