Niederländisch
Detailübersetzungen für gefundeerd (Niederländisch) ins Schwedisch
gefundeerd:
-
gefundeerd (onderbouwd)
underbyggt; bekräftad; bekräftat; förstärkt-
underbyggt Adjektiv
-
bekräftad Adjektiv
-
bekräftat Adjektiv
-
förstärkt Adjektiv
-
-
gefundeerd (op goede gronden steunend; gegrond; degelijk; solide; aannemelijk; steekhoudend; logisch)
övertygande-
övertygande Adjektiv
-
-
gefundeerd (gegrond)
Übersetzung Matrix für gefundeerd:
Adjective | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
övertygande | aannemelijk; degelijk; gefundeerd; gegrond; logisch; op goede gronden steunend; solide; steekhoudend | fascinerend; gerechtvaardigd; gewettigd; op deugdelijke gronden steunend |
Modifier | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
bekräftad | gefundeerd; onderbouwd | |
bekräftat | gefundeerd; onderbouwd | |
förstärkt | gefundeerd; onderbouwd | versterkt |
grundad | gefundeerd; gegrond | onderlegd |
underbyggt | gefundeerd; onderbouwd |
funderen:
-
funderen (baseren)
-
funderen (grondvesten; gronden)
-
funderen (onderheien; onderbouwen)
Konjugationen für funderen:
o.t.t.
- fundeer
- fundeert
- fundeert
- funderen
- funderen
- funderen
o.v.t.
- fundeerde
- fundeerde
- fundeerde
- fundeerden
- fundeerden
- fundeerden
v.t.t.
- heb gefundeerd
- hebt gefundeerd
- heeft gefundeerd
- hebben gefundeerd
- hebben gefundeerd
- hebben gefundeerd
v.v.t.
- had gefundeerd
- had gefundeerd
- had gefundeerd
- hadden gefundeerd
- hadden gefundeerd
- hadden gefundeerd
o.t.t.t.
- zal funderen
- zult funderen
- zal funderen
- zullen funderen
- zullen funderen
- zullen funderen
o.v.t.t.
- zou funderen
- zou funderen
- zou funderen
- zouden funderen
- zouden funderen
- zouden funderen
en verder
- is gefundeerd
- zijn gefundeerd
diversen
- fundeer!
- fundeert!
- gefundeerd
- funderend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für funderen:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
basera | baseren; funderen | begronden |
etablera | funderen; gronden; grondvesten | instellen; invoeren; oprichten; stichten |
lägga grunden utav | funderen; onderbouwen; onderheien | |
lägga grunderna | funderen; gronden; grondvesten |