Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. filtreren:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für filtreren (Niederländisch) ins Schwedisch

filtreren:

filtreren Verb (filtreer, filtreert, filtreerde, filtreerden, gefiltreerd)

  1. filtreren (doorzijgen; zeven; filteren; ziften)
    filtrera; perkolera
    • filtrera Verb (filtrerar, filtrerade, filtrerat)
    • perkolera Verb (perkolerar, perkolerade, perkolerat)

Konjugationen für filtreren:

o.t.t.
  1. filtreer
  2. filtreert
  3. filtreert
  4. filtreren
  5. filtreren
  6. filtreren
o.v.t.
  1. filtreerde
  2. filtreerde
  3. filtreerde
  4. filtreerden
  5. filtreerden
  6. filtreerden
v.t.t.
  1. heb gefiltreerd
  2. hebt gefiltreerd
  3. heeft gefiltreerd
  4. hebben gefiltreerd
  5. hebben gefiltreerd
  6. hebben gefiltreerd
v.v.t.
  1. had gefiltreerd
  2. had gefiltreerd
  3. had gefiltreerd
  4. hadden gefiltreerd
  5. hadden gefiltreerd
  6. hadden gefiltreerd
o.t.t.t.
  1. zal filtreren
  2. zult filtreren
  3. zal filtreren
  4. zullen filtreren
  5. zullen filtreren
  6. zullen filtreren
o.v.t.t.
  1. zou filtreren
  2. zou filtreren
  3. zou filtreren
  4. zouden filtreren
  5. zouden filtreren
  6. zouden filtreren
en verder
  1. is gefiltreerd
  2. zijn gefiltreerd
diversen
  1. filtreer!
  2. filtreert!
  3. gefiltreerd
  4. filtrerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für filtreren:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
filtrera doorzijgen; filteren; filtreren; zeven; ziften doorsijpelen; filteren; laten doorsijpelen; percoleren
perkolera doorzijgen; filteren; filtreren; zeven; ziften
Not SpecifiedVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
filtrera filteren

Wiktionary Übersetzungen für filtreren:


Cross Translation:
FromToVia
filtreren filtrera; sila filtrerpasser par un filtre pour séparer un ou des éléments constituants.