Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. fijnhakken:


Niederländisch

Detailübersetzungen für fijnhakken (Niederländisch) ins Schwedisch

fijnhakken:

fijnhakken Verb

  1. fijnhakken (hakken; kleinhakken)
    hacka; finhacka
    • hacka Verb (hackar, hackade, hackat)
    • finhacka Verb (finhackar, finhackade, finhackat)

Übersetzung Matrix für fijnhakken:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
hacka houweel; klover
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
finhacka fijnhakken; hakken; kleinhakken
hacka fijnhakken; hakken; kleinhakken creneleren; hakken; in stukken hakken; insnijden; kartelen; kartels krijgen; kort en droog hoesten; kuchen; verhaspelen