Home ->Wörterbücher ->Niederländisch/Schwedisch ->übersetze eindjes

übersetze eindjes von Niederländische ins Schwedisch

Übersicht

Niederländisch nach Schwedisch: mehr Daten

eindjes:
- änder
eindje:
- stycke; artikel; del; bit
Wiktionary:
- eindje → fragment, brottstycke, bit, aktstycke, gemak, kammare

Niederländisch

Detailübersetzungen für eindjes (Niederländisch) ins Schwedisch

eindjes:

eindjes [de ~] Nomen, Plural

de eindjes (einden)
änder
- änder Nomen

Übersetzung Matrix für eindjes:

Noun	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
änder	einden; eindjes

Verwandte Wörter für "eindjes":

eindje

eindje:

eindje [het ~] Nomen

het eindje (stukje; fragmentje; klein stukje; snippertje; brokje; partje)
stycke; artikel; del; bit
- stycke [-ett] Nomen
- artikel [-en] Nomen
- del [-en] Nomen
- bit [-en] Nomen

Übersetzung Matrix für eindje:

Noun	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
artikel	brokje; eindje; fragmentje; klein stukje; partje; snippertje; stukje	artikel; bericht; ding; goed; item; lidwoord; object; voorwerp; zaak
bit	brokje; eindje; fragmentje; klein stukje; partje; snippertje; stukje	aanbijten; bit; breuk; breukgetal; brok; deel; fiche; fractie; gedeelte; groot en dik stuk; homp; klompje; klont; klonter; klontertje; klontje; knauw; moot; part; plak; plakje; schijfje; stuk; suikerklontje; tranche
del	brokje; eindje; fragmentje; klein stukje; partje; snippertje; stukje	aandeel; basisbestanddeel; bestanddeel; component; deel; deeltje; element; fractie; gedeelte; ingrediënt; label; onderdeel; onderdeeltje; part; plakje; portie; schijfje; segment; stuk
stycke	brokje; eindje; fragmentje; klein stukje; partje; snippertje; stukje	aandeel; alinea; breuk; breukgetal; coupure; deel; groot en dik stuk; homp; klompje; klont; klonter; klontertje; klontje; part

Verwandte Wörter für "eindje":

eindjes

Wiktionary Übersetzungen für eindje:

Cross Translation:

From	To	Via
• eindje	→ fragment; brottstycke	↔ fragment — morceau de quelque chose qui casser, briser, séparer de son tout.
• eindje	→ bit	↔ morceau — portion séparée d’une chose solide qui peut être manger.
• eindje	→ aktstycke; gemak; kammare; bit	↔ pièce — partie, portion, morceau d’un tout.