Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. eensgezind:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für eensgezind (Niederländisch) ins Schwedisch

eensgezind:

eensgezind Adjektiv

  1. eensgezind (eendrachtig; harmonieus; saamhorig)
    förenad; förenat
  2. eensgezind (unaniem; eenparig; eenstemmig)
    enig; enigt

Übersetzung Matrix für eensgezind:

ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
enig eenparig; eensgezind; eenstemmig; unaniem
enigt eenparig; eensgezind; eenstemmig; unaniem
förenad eendrachtig; eensgezind; harmonieus; saamhorig
förenat eendrachtig; eensgezind; harmonieus; saamhorig aaneengehecht; aangehecht; aangesloten; aangevoegd; gekoppeld; vastgehecht; verbonden

Verwandte Wörter für "eensgezind":


Wiktionary Übersetzungen für eensgezind:


Cross Translation:
FromToVia
eensgezind enig; enhällig unanimous — sharing the same view

Verwandte Übersetzungen für eensgezind