Home ->Wörterbücher ->Niederländisch/Schwedisch ->übersetze drenzen

übersetze drenzen von Niederländische ins Schwedisch

Übersicht

Niederländisch nach Schwedisch: mehr Daten

drenzen:
- mumla; surra; brumma; tala entonigt

Niederländisch

Detailübersetzungen für drenzen (Niederländisch) ins Schwedisch

drenzen:

drenzen Verb (drens, drenst, drensde, drensden, gedrensd)

drenzen (dwingend huilen; jengelen; dreinen)
mumla; surra; brumma; tala entonigt
- mumla Verb (mumlar, mumlade, mumlat)
- surra Verb (surrar, surrade, surrat)
- brumma Verb (brummar, brummade, brummat)
- tala entonigt Verb (talar entonigt, talade entonigt, talat entonigt)

Konjugationen für drenzen:

o.t.t.

drens
drenst
drenst
drenzen
drenzen
drenzen

o.v.t.

drensde
drensde
drensde
drensden
drensden
drensden

v.t.t.

heb gedrensd
hebt gedrensd
heeft gedrensd
hebben gedrensd
hebben gedrensd
hebben gedrensd

v.v.t.

had gedrensd
had gedrensd
had gedrensd
hadden gedrensd
hadden gedrensd
hadden gedrensd

o.t.t.t.

zal drenzen
zult drenzen
zal drenzen
zullen drenzen
zullen drenzen
zullen drenzen

o.v.t.t.

zou drenzen
zou drenzen
zou drenzen
zouden drenzen
zouden drenzen
zouden drenzen

diversen

drens!
drenst!
gedrensd
drensend

1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für drenzen:

Noun	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
surra		gehum; geneurie
Verb	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
brumma	dreinen; drenzen; dwingend huilen; jengelen	grauwen; knorren; knorrend geluid maken; snauwen; zoeven
mumla	dreinen; drenzen; dwingend huilen; jengelen	mompelen; murmelen; murmeren; prevelen; protesteren; ruisen; sputteren; tegenpruttelen; tegensputteren
surra	dreinen; drenzen; dwingend huilen; jengelen	brommen; gonzen; roezemoezen; vastbinden; vastsjorren; zoemen; zoeven
tala entonigt	dreinen; drenzen; dwingend huilen; jengelen