Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. dollen:


Niederländisch

Detailübersetzungen für dollen (Niederländisch) ins Schwedisch

dollen:

dollen Verb (dol, dolt, dolde, dolden, gedold)

  1. dollen (malligheid uithalen; een poets bakken; streek uithalen; )
    begå dumheter; retas; raljera
    • begå dumheter Verb (begår dumheter, begick dumheter, begått dumheter)
    • retas Verb (retas, retades)
    • raljera Verb (raljerar, raljerade, raljerat)
  2. dollen (ravotten; stoeien; zich uitleven; wild spelen; wild rennen)
    leka runt; springa vilt som en häst

Konjugationen für dollen:

o.t.t.
  1. dol
  2. dolt
  3. dolt
  4. dollen
  5. dollen
  6. dollen
o.v.t.
  1. dolde
  2. dolde
  3. dolde
  4. dolden
  5. dolden
  6. dolden
v.t.t.
  1. heb gedold
  2. hebt gedold
  3. heeft gedold
  4. hebben gedold
  5. hebben gedold
  6. hebben gedold
v.v.t.
  1. had gedold
  2. had gedold
  3. had gedold
  4. hadden gedold
  5. hadden gedold
  6. hadden gedold
o.t.t.t.
  1. zal dollen
  2. zult dollen
  3. zal dollen
  4. zullen dollen
  5. zullen dollen
  6. zullen dollen
o.v.t.t.
  1. zou dollen
  2. zou dollen
  3. zou dollen
  4. zouden dollen
  5. zouden dollen
  6. zouden dollen
diversen
  1. dol!
  2. dolt!
  3. gedold
  4. dollend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für dollen:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
begå dumheter dollen; een poets bakken; gekheid uithalen; gekscheren; grappen; malligheid uithalen; schertsen; streek uithalen
leka runt dollen; ravotten; stoeien; wild rennen; wild spelen; zich uitleven
raljera dollen; een poets bakken; gekheid uithalen; gekscheren; grappen; malligheid uithalen; schertsen; streek uithalen
retas dollen; een poets bakken; gekheid uithalen; gekscheren; grappen; malligheid uithalen; schertsen; streek uithalen foppen; in de maling nemen; te pakken nemen; voor de gek houden
springa vilt som en häst dollen; ravotten; stoeien; wild rennen; wild spelen; zich uitleven