Niederländisch
Detailübersetzungen für de weg kwijtraken (Niederländisch) ins Schwedisch
de weg kwijtraken:
de weg kwijtraken Verb (raak de weg kwijt, raakt de weg kwijt, raakte de weg kwijt, raakten de weg kwijt, de weg kwijtgeraakt)
-
de weg kwijtraken (verdwalen; verkeerd gaan; verkeerd lopen)
Konjugationen für de weg kwijtraken:
o.t.t.
- raak de weg kwijt
- raakt de weg kwijt
- raakt de weg kwijt
- raken de weg kwijt
- raken de weg kwijt
- raken de weg kwijt
o.v.t.
- raakte de weg kwijt
- raakte de weg kwijt
- raakte de weg kwijt
- raakten de weg kwijt
- raakten de weg kwijt
- raakten de weg kwijt
v.t.t.
- ben de weg kwijtgeraakt
- bent de weg kwijtgeraakt
- is de weg kwijtgeraakt
- zijn de weg kwijtgeraakt
- zijn de weg kwijtgeraakt
- zijn de weg kwijtgeraakt
v.v.t.
- was de weg kwijtgeraakt
- was de weg kwijtgeraakt
- was de weg kwijtgeraakt
- waren de weg kwijtgeraakt
- waren de weg kwijtgeraakt
- waren de weg kwijtgeraakt
o.t.t.t.
- zal de weg kwijtraken
- zult de weg kwijtraken
- zal de weg kwijtraken
- zullen de weg kwijtraken
- zullen de weg kwijtraken
- zullen de weg kwijtraken
o.v.t.t.
- zou de weg kwijtraken
- zou de weg kwijtraken
- zou de weg kwijtraken
- zouden de weg kwijtraken
- zouden de weg kwijtraken
- zouden de weg kwijtraken
diversen
- raak de weg kwijt!
- raakt de weg kwijt!
- de weg kwijtgeraakt
- de weg kwijtrakend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für de weg kwijtraken:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
gå vilse | de weg kwijtraken; verdwalen; verkeerd gaan; verkeerd lopen | erbij inschieten; kwijtraken; teloorgaan; verdwaald zijn; verliezen; verloren gaan; wegraken; zoekraken |