Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. dagvaarden:


Niederländisch

Detailübersetzungen für dagvaarden (Niederländisch) ins Schwedisch

dagvaarden:

dagvaarden Verb (dagvaard, dagvaardt, dagvaardde, dagvaardden, gedagvaard)

  1. dagvaarden
    kalla; stämma; ålägga att inställa sig
    • kalla Verb (kallar, kallade, kallat)
    • stämma Verb (stämmer, stämde, stämt)
    • ålägga att inställa sig Verb (ålägger att inställa sig, ålade att inställa mig, ålagt att inställa sig)

Konjugationen für dagvaarden:

o.t.t.
  1. dagvaard
  2. dagvaardt
  3. dagvaardt
  4. dagvaarden
  5. dagvaarden
  6. dagvaarden
o.v.t.
  1. dagvaardde
  2. dagvaardde
  3. dagvaardde
  4. dagvaardden
  5. dagvaardden
  6. dagvaardden
v.t.t.
  1. heb gedagvaard
  2. hebt gedagvaard
  3. heeft gedagvaard
  4. hebben gedagvaard
  5. hebben gedagvaard
  6. hebben gedagvaard
v.v.t.
  1. had gedagvaard
  2. had gedagvaard
  3. had gedagvaard
  4. hadden gedagvaard
  5. hadden gedagvaard
  6. hadden gedagvaard
o.t.t.t.
  1. zal dagvaarden
  2. zult dagvaarden
  3. zal dagvaarden
  4. zullen dagvaarden
  5. zullen dagvaarden
  6. zullen dagvaarden
o.v.t.t.
  1. zou dagvaarden
  2. zou dagvaarden
  3. zou dagvaarden
  4. zouden dagvaarden
  5. zouden dagvaarden
  6. zouden dagvaarden
en verder
  1. ben gedagvaard
  2. bent gedagvaard
  3. is gedagvaard
  4. zijn gedagvaard
  5. zijn gedagvaard
  6. zijn gedagvaard
diversen
  1. dagvaard!
  2. dagvaardt!
  3. gedagvaard
  4. dagvaardend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für dagvaarden:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
stämma stem
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
kalla dagvaarden benoemen; bestempelen; betitelen; een naam geven; noemen; roepen; vernoemen
stämma dagvaarden correct zijn; kloppen
ålägga att inställa sig dagvaarden