Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. conserven:
  2. conserveren:
  3. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für conserven (Niederländisch) ins Schwedisch

conserven:

conserven [de ~] Nomen, Plural

  1. de conserven
    sylt; kompott
  2. de conserven

Übersetzung Matrix für conserven:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
burkmat conserven
kompott conserven compote
konserverad mat conserven geconserveerd voedsel; inmaak
sylt conserven jam; konfijt; marmelade; vruchtengelei

conserven form of conserveren:

conserveren Verb (conserveer, conserveert, conserveerde, conserveerden, geconserveerd)

  1. conserveren (bewaren; behouden)
    förvara; bevara; inlägga
    • förvara Verb (förvarar, förvarade, förvarat)
    • bevara Verb (bevarar, bevarade, bevarat)
    • inlägga Verb (inlägger, inläggde, inlagt)
  2. conserveren (inleggen)
    sylta; konservera; inlägga; inkoka
    • sylta Verb (syltar, syltade, syltat)
    • konservera Verb (konserverar, konserverade, konserverat)
    • inlägga Verb (inlägger, inläggde, inlagt)
    • inkoka Verb (inkokar, inkokade, inkokat)
  3. conserveren (instandhouden)
    upprätthålla; bevara; underhålla
    • upprätthålla Verb (upprätthåller, upprätthöll, upprätthållit)
    • bevara Verb (bevarar, bevarade, bevarat)
    • underhålla Verb (underhåller, underhöll, underhållit)

Konjugationen für conserveren:

o.t.t.
  1. conserveer
  2. conserveert
  3. conserveert
  4. conserveren
  5. conserveren
  6. conserveren
o.v.t.
  1. conserveerde
  2. conserveerde
  3. conserveerde
  4. conserveerden
  5. conserveerden
  6. conserveerden
v.t.t.
  1. heb geconserveerd
  2. hebt geconserveerd
  3. heeft geconserveerd
  4. hebben geconserveerd
  5. hebben geconserveerd
  6. hebben geconserveerd
v.v.t.
  1. had geconserveerd
  2. had geconserveerd
  3. had geconserveerd
  4. hadden geconserveerd
  5. hadden geconserveerd
  6. hadden geconserveerd
o.t.t.t.
  1. zal conserven
  2. zult conserven
  3. zal conserven
  4. zullen conserven
  5. zullen conserven
  6. zullen conserven
o.v.t.t.
  1. zou conserven
  2. zou conserven
  3. zou conserven
  4. zouden conserven
  5. zouden conserven
  6. zouden conserven
en verder
  1. is geconserveerd
  2. zijn geconserveerd
diversen
  1. conserveer!
  2. conserveert!
  3. geconserveerd
  4. conserverend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für conserveren:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
bevara behouden; bewaren; conserveren; instandhouden beschermen; bescherming bieden; beschutten; bewaren; deponeren; opslaan; verduurzamen
förvara behouden; bewaren; conserveren archiveren; bewaren; opbergen; opslaan; stallen
inkoka conserveren; inleggen
inlägga behouden; bewaren; conserveren; inleggen
konservera conserveren; inleggen in blik conserveren; inblikken; inmaken; verduurzamen; vertinnen
sylta conserveren; inleggen inmaken; inpekelen; inzouten; opzouten
underhålla conserveren; instandhouden binnenhalen; feestelijk onthalen; financieel steunen; fuiven; fêteren; onderhouden; onthalen; ontvangen; vergasten; verlustigen
upprätthålla conserveren; instandhouden behouden; groothouden; in stand houden; onderhouden

Verwandte Definitionen für "conserveren":

  1. het bewerken zodat je het goed kunt bewaren1
    • deze levensmiddelen zijn goed geconserveerd1

Wiktionary Übersetzungen für conserveren:


Cross Translation:
FromToVia
conserveren lägga in; konservera can — to preserve
conserveren behålla; förvara; konservera conservermaintenir en bon état, apporter le soin nécessaire pour empêcher qu’une chose ne se gâter, ne dépérir.
conserveren behålla; förvara; konservera maintenirtenir ferme et fixe.

Computerübersetzung von Drittern: