Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. bottelen:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für bottelen (Niederländisch) ins Schwedisch

bottelen:

bottelen Verb (bottel, bottelt, bottelde, bottelden, gebotteld)

  1. bottelen
    tappa
    • tappa Verb (tappar, tappade, tappat)

Konjugationen für bottelen:

o.t.t.
  1. bottel
  2. bottelt
  3. bottelt
  4. bottelen
  5. bottelen
  6. bottelen
o.v.t.
  1. bottelde
  2. bottelde
  3. bottelde
  4. bottelden
  5. bottelden
  6. bottelden
v.t.t.
  1. heb gebotteld
  2. hebt gebotteld
  3. heeft gebotteld
  4. hebben gebotteld
  5. hebben gebotteld
  6. hebben gebotteld
v.v.t.
  1. had gebotteld
  2. had gebotteld
  3. had gebotteld
  4. hadden gebotteld
  5. hadden gebotteld
  6. hadden gebotteld
o.t.t.t.
  1. zal bottelen
  2. zult bottelen
  3. zal bottelen
  4. zullen bottelen
  5. zullen bottelen
  6. zullen bottelen
o.v.t.t.
  1. zou bottelen
  2. zou bottelen
  3. zou bottelen
  4. zouden bottelen
  5. zouden bottelen
  6. zouden bottelen
en verder
  1. is gebotteld
  2. zijn gebotteld
diversen
  1. bottel!
  2. bottelt!
  3. gebotteld
  4. bottelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

bottelen [znw.] Nomen

  1. bottelen
    tappning
  2. bottelen

Übersetzung Matrix für bottelen:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
tappning bottelen dronk; slok; teug
tappning på flaska bottelen botteling
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
tappa bottelen aftappen; biertappen; kwijt raken; tappen; verliezen; verloren gaan

Verwandte Wörter für "bottelen":

  • bottel

Wiktionary Übersetzungen für bottelen:


Cross Translation:
FromToVia
bottelen buteljera bottle — seal (a liquid) into a bottle for later consumption
bottelen buteljering embouteillage — Mise en bouteille

bottel:


Verwandte Wörter für "bottel":