Home ->Wörterbücher ->Niederländisch/Schwedisch ->übersetze bewapend

übersetze bewapend von Niederländische ins Schwedisch

Übersicht

Niederländisch nach Schwedisch: mehr Daten

bewapend:
- beväpnad; beväpnat
bewapenen:
- beväpna
Wiktionary:
- bewapenen → beväpna, rusta, väpna, bestycka, utrusta, bemanna, uppegga, förstärka, armera

Niederländisch

Detailübersetzungen für bewapend (Niederländisch) ins Schwedisch

bewapend:

bewapend Adjektiv

bewapend (gewapend)
beväpnad; beväpnat
- beväpnad Adjektiv
- beväpnat Adjektiv

Übersetzung Matrix für bewapend:

Modifier	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
beväpnad	bewapend; gewapend
beväpnat	bewapend; gewapend

bewapenen:

bewapenen Verb (bewapen, bewapent, bewapende, bewapenden, bewapend)

bewapenen (wapenen)
beväpna
- beväpna Verb (beväpnar, beväpnade, beväpnat)

Konjugationen für bewapenen:

o.t.t.

bewapen
bewapent
bewapent
bewapen
bewapen
bewapen

o.v.t.

bewapende
bewapende
bewapende
bewapenden
bewapenden
bewapenden

v.t.t.

heb bewapend
hebt bewapend
heeft bewapend
hebben bewapend
hebben bewapend
hebben bewapend

v.v.t.

had bewapend
had bewapend
had bewapend
hadden bewapend
hadden bewapend
hadden bewapend

o.t.t.t.

zal bewapenen
zult bewapenen
zal bewapenen
zullen bewapenen
zullen bewapenen
zullen bewapenen

o.v.t.t.

zou bewapenen
zou bewapenen
zou bewapenen
zouden bewapenen
zouden bewapenen
zouden bewapenen

diversen

bewapen!
bewapent!
bewapend
bewapenend

1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für bewapenen:

Verb	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
beväpna	bewapenen; wapenen

Wiktionary Übersetzungen für bewapenen:

Cross Translation:

From	To	Via
• bewapenen	→ beväpna; rusta	↔ arm — to supply with weapons
• bewapenen	→ beväpna; väpna; bestycka; utrusta; bemanna; uppegga; förstärka; armera	↔ armer — Traductions à trier suivant le sens