Niederländisch
Detailübersetzungen für bevoorrecht (Niederländisch) ins Schwedisch
bevoorrecht:
-
bevoorrecht (geprivilegeerd)
favoriserat; priviligierad; priviligierat-
favoriserat Adjektiv
-
priviligierad Adjektiv
-
priviligierat Adjektiv
-
Übersetzung Matrix für bevoorrecht:
Modifier | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
favoriserat | bevoorrecht; geprivilegeerd | favoriet; het meest gewild |
priviligierad | bevoorrecht; geprivilegeerd | |
priviligierat | bevoorrecht; geprivilegeerd |
Verwandte Wörter für "bevoorrecht":
bevoorrechten:
-
bevoorrechten (voorrechten toekennen)
Konjugationen für bevoorrechten:
o.t.t.
- bevoorrecht
- bevoorrecht
- bevoorrecht
- bevoorrechten
- bevoorrechten
- bevoorrechten
o.v.t.
- bevoorrechtte
- bevoorrechtte
- bevoorrechtte
- bevoorrechtten
- bevoorrechtten
- bevoorrechtten
v.t.t.
- heb bevoorrecht
- hebt bevoorrecht
- heeft bevoorrecht
- hebben bevoorrecht
- hebben bevoorrecht
- hebben bevoorrecht
v.v.t.
- had bevoorrecht
- had bevoorrecht
- had bevoorrecht
- hadden bevoorrecht
- hadden bevoorrecht
- hadden bevoorrecht
o.t.t.t.
- zal bevoorrechten
- zult bevoorrechten
- zal bevoorrechten
- zullen bevoorrechten
- zullen bevoorrechten
- zullen bevoorrechten
o.v.t.t.
- zou bevoorrechten
- zou bevoorrechten
- zou bevoorrechten
- zouden bevoorrechten
- zouden bevoorrechten
- zouden bevoorrechten
diversen
- bevoorrecht!
- bevoorrecht!
- bevoorrecht
- bevoorrechtend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für bevoorrechten:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
priviligiera | bevoorrechten; voorrechten toekennen |