Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. barheid:
  2. bar:
  3. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für barheid (Niederländisch) ins Schwedisch

barheid:

barheid [znw.] Nomen

  1. barheid
    elände

Übersetzung Matrix für barheid:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
elände barheid armoede; ellende; ellendes; gebrek; hinderlijk persoon; kommer; kwel; lastpak; lastpost; malheur; misère; moeilijkheden; ongeluk; onheil; onspoed; pech; ramp; rampspoed; tegenslag; tegenspoed; terugslagen

Verwandte Wörter für "barheid":


barheid form of bar:

bar [de ~] Nomen

  1. de bar (café; kroeg; taveerne; lokaliteit; tapperij)
    skänkrum; bar; krog
  2. de bar (tapkast; spon; drankbuffet; )
    barskåp

bar Adjektiv

  1. bar (onbegroeid)
    kal; torrt; kalt; karg; torftigt
  2. bar (armzalig; ellendig; erg; )
    eländigt; uselt; ynkligt; futtigt; usel; ynklig; tarvlig; tarvligt; lumpet

Übersetzung Matrix für bar:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
bar bar; café; kroeg; lokaliteit; tapperij; taveerne café; café-hotel; gelagkamer; herberg; kroeg; tapperij; taveerne
barskåp bar; buffet; drankbuffet; spon; tap; tapkast; toog
krog bar; café; kroeg; lokaliteit; tapperij; taveerne café; café-hotel; herberg; kroeg; tapperij; taveerne
skänkrum bar; café; kroeg; lokaliteit; tapperij; taveerne
- café; kroeg
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
eländigt armzalig; bar; deerniswekkend; ellendig; erbarmelijk; erg; rampzalig akelig; banaal; beroerd; ellendig; ellendige; godvergeten; laag; lamlendig; naar; vuig
futtigt armzalig; bar; deerniswekkend; ellendig; erbarmelijk; erg; rampzalig
kal bar; onbegroeid kaal; onbehaard; ontbladerd; zonder haar
kalt bar; onbegroeid kaal; onbehaard; ontbladerd; zonder haar
karg bar; onbegroeid kaal; ongastvrij; onherbergzaam; ruig; steriel
lumpet armzalig; bar; deerniswekkend; ellendig; erbarmelijk; erg; rampzalig
tarvlig armzalig; bar; deerniswekkend; ellendig; erbarmelijk; erg; rampzalig banaal; laag; vuig
tarvligt armzalig; bar; deerniswekkend; ellendig; erbarmelijk; erg; rampzalig banaal; laag; vuig
torftigt bar; onbegroeid banaal; laag; onvolwaardig; vuig
torrt bar; onbegroeid droge; droog; droogjes; leukweg; muf; oubakken; oud; oudbakken; plat; regenarm; schraal; schriel; verschaald
usel armzalig; bar; deerniswekkend; ellendig; erbarmelijk; erg; rampzalig beroerd; ellendig; lamlendig; lamzalig
uselt armzalig; bar; deerniswekkend; ellendig; erbarmelijk; erg; rampzalig beroerd; ellendig; lamlendig
ynklig armzalig; bar; deerniswekkend; ellendig; erbarmelijk; erg; rampzalig karakterloos; slap; zonder karakter; zwak
ynkligt armzalig; bar; deerniswekkend; ellendig; erbarmelijk; erg; rampzalig beroerd; ellendig; karakterloos; lamlendig; slap; zonder karakter; zwak

Verwandte Wörter für "bar":


Synonyms for "bar":


Verwandte Definitionen für "bar":

  1. heel erg1
    • het is bar koud vandaag1
  2. hoge toonbank in een café1
    • we dronken een pilsje aan de bar1
  3. waar je heen gaat om iets te drinken1
    • ik heb in die bar met hem afgesproken1

Wiktionary Übersetzungen für bar:


Cross Translation:
FromToVia
bar bar; krog; pub bar — business licensed to sell intoxicating beverages
bar disk; bar bar — counter of such a premises
bar barskåp; bar bar — closet containing alcoholic beverages in a private house or a hotel room
bar bar bar — unit of pressure
bar bar Bar — eine Maßeinheit für den Druck; 1 bar = 105 N/m² = 105 Pa
bar bar; pub bar — Débit de boisson
bar sträng sévère — Qui est rigide, sans indulgence.