Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. alias:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für alias (Niederländisch) ins Schwedisch

alias:

alias adv

  1. alias (zogenaamd; zogenoemde; zogeheten; bijgenaamd)
    som kallad; alias; kallat; känt som; som kallat

alias [de ~ (m)] Nomen

  1. de alias (pseudoniem; schuilnaam)
    alias; pseudonym
  2. de alias
    alias
  3. de alias (snelkoppeling)

Übersetzung Matrix für alias:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
alias alias; pseudoniem; schuilnaam; snelkoppeling
pseudonym alias; pseudoniem; schuilnaam
Not SpecifiedVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
genväg alias; snelkoppeling
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
alias alias; bijgenaamd; zogeheten; zogenaamd; zogenoemde geheten; genaamd; getiteld
kallat alias; bijgenaamd; zogeheten; zogenaamd; zogenoemde aangeroepen; getiteld; toegeroepen
känt som alias; bijgenaamd; zogeheten; zogenaamd; zogenoemde
som kallad alias; bijgenaamd; zogeheten; zogenaamd; zogenoemde
som kallat alias; bijgenaamd; zogeheten; zogenaamd; zogenoemde

Verwandte Wörter für "alias":


Wiktionary Übersetzungen für alias:


Cross Translation:
FromToVia
alias alias; även; känd; som AKA — also known as