Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. afplatten:


Niederländisch

Detailübersetzungen für afplatten (Niederländisch) ins Schwedisch

afplatten:

afplatten Verb (plat af, platte af, platten af, afgeplat)

  1. afplatten (platmaken; effenen)
    jämna; plana; platta ut
    • jämna Verb (jämnar, jämnade, jämnat)
    • plana Verb (planar, planade, planat)
    • platta ut Verb (plattaar ut, plattaade ut, plattat ut)

Konjugationen für afplatten:

o.t.t.
  1. plat af
  2. plat af
  3. plat af
  4. platten af
  5. platten af
  6. platten af
o.v.t.
  1. platte af
  2. platte af
  3. platte af
  4. platten af
  5. platten af
  6. platten af
v.t.t.
  1. heb afgeplat
  2. hebt afgeplat
  3. heeft afgeplat
  4. hebben afgeplat
  5. hebben afgeplat
  6. hebben afgeplat
v.v.t.
  1. had afgeplat
  2. had afgeplat
  3. had afgeplat
  4. hadden afgeplat
  5. hadden afgeplat
  6. hadden afgeplat
o.t.t.t.
  1. zal afplatten
  2. zult afplatten
  3. zal afplatten
  4. zullen afplatten
  5. zullen afplatten
  6. zullen afplatten
o.v.t.t.
  1. zou afplatten
  2. zou afplatten
  3. zou afplatten
  4. zouden afplatten
  5. zouden afplatten
  6. zouden afplatten
diversen
  1. plat af!
  2. plat af!
  3. afgeplat
  4. afplattende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für afplatten:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
jämna afplatten; effenen; platmaken afdoen; afhandelen; afstrijken; beslechten; effenen; egaliseren; gelijk trekken; gelijkmaken; gladmaken; lepel afstrijken; nivelleren; planeren; rechtmaken; twist uit de weg ruimen; vlak maken
plana afplatten; effenen; platmaken planeren
platta ut afplatten; effenen; platmaken

Computerübersetzung von Drittern: