Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. afgrijzen:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für afgrijzen (Niederländisch) ins Schwedisch

afgrijzen:

afgrijzen [het ~] Nomen

  1. het afgrijzen (walging; weerzin; gruwen)

Übersetzung Matrix für afgrijzen:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
avsky afgrijzen; gruwen; walging; weerzin schrik; verafschuwing; verbijstering; verfoeiing; verfoeilijkheid
vederstyggelse afgrijzen; gruwen; walging; weerzin verfoeilijkheid
vederstygglighet afgrijzen; gruwen; walging; weerzin verfoeilijkheid
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
avsky geringschatten; haten; minachten; neerkijken op; verachten; verafschuwen; verfoeien

Wiktionary Übersetzungen für afgrijzen:


Cross Translation:
FromToVia
afgrijzen avsky; styggelse abominationhorreur, dégoût qu’on ressentir pour une personne ou une chose.

Verwandte Übersetzungen für afgrijzen