Niederländisch
Detailübersetzungen für achteroverleunen (Niederländisch) ins Schwedisch
achteroverleunen:
achteroverleunen Verb (leun achterover, leunt achterover, leunde achterover, leunden achterover, achterovergeleund)
-
achteroverleunen
Konjugationen für achteroverleunen:
o.t.t.
- leun achterover
- leunt achterover
- leunt achterover
- leunen achterover
- leunen achterover
- leunen achterover
o.v.t.
- leunde achterover
- leunde achterover
- leunde achterover
- leunden achterover
- leunden achterover
- leunden achterover
v.t.t.
- heb achterovergeleund
- hebt achterovergeleund
- heeft achterovergeleund
- hebben achterovergeleund
- hebben achterovergeleund
- hebben achterovergeleund
v.v.t.
- had achterovergeleund
- had achterovergeleund
- had achterovergeleund
- hadden achterovergeleund
- hadden achterovergeleund
- hadden achterovergeleund
o.t.t.t.
- zal achteroverleunen
- zult achteroverleunen
- zal achteroverleunen
- zullen achteroverleunen
- zullen achteroverleunen
- zullen achteroverleunen
o.v.t.t.
- zou achteroverleunen
- zou achteroverleunen
- zou achteroverleunen
- zouden achteroverleunen
- zouden achteroverleunen
- zouden achteroverleunen
diversen
- leun achterover!
- leunt achterover!
- achterovergeleund
- achteroverleunende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für achteroverleunen:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
luta sig tillbaka | achteroverleunen |