Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. achterhalen:


Niederländisch

Detailübersetzungen für achterhalen (Niederländisch) ins Schwedisch

achterhalen:

achterhalen Verb (achterhaal, achterhaalt, achterhaalde, achterhaalden, achterhaald)

  1. achterhalen (te weten komen)
    få reda på; erfara; komma på
    • få reda på Verb (får reda på, fick reda på, fått reda på)
    • erfara Verb (erfar, erfor, erfarit)
    • komma på Verb (kommer på, komm på, kommit på)

Konjugationen für achterhalen:

o.t.t.
  1. achterhaal
  2. achterhaalt
  3. achterhaalt
  4. achterhalen
  5. achterhalen
  6. achterhalen
o.v.t.
  1. achterhaalde
  2. achterhaalde
  3. achterhaalde
  4. achterhaalden
  5. achterhaalden
  6. achterhaalden
v.t.t.
  1. heb achterhaald
  2. hebt achterhaald
  3. heeft achterhaald
  4. hebben achterhaald
  5. hebben achterhaald
  6. hebben achterhaald
v.v.t.
  1. had achterhaald
  2. had achterhaald
  3. had achterhaald
  4. hadden achterhaald
  5. hadden achterhaald
  6. hadden achterhaald
o.t.t.t.
  1. zal achterhalen
  2. zult achterhalen
  3. zal achterhalen
  4. zullen achterhalen
  5. zullen achterhalen
  6. zullen achterhalen
o.v.t.t.
  1. zou achterhalen
  2. zou achterhalen
  3. zou achterhalen
  4. zouden achterhalen
  5. zouden achterhalen
  6. zouden achterhalen
diversen
  1. achterhaal!
  2. achterhaalt!
  3. achterhaald
  4. achterhalende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für achterhalen:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
erfara achterhalen; te weten komen beleven; ervaren; ervaren als; gewaarworden; ondervinden; voelen
få reda på achterhalen; te weten komen lucht krijgen van
komma på achterhalen; te weten komen in het hoofd opkomen; opwellen