Niederländisch
Detailübersetzungen für aanstampen (Niederländisch) ins Schwedisch
aanstampen:
-
aanstampen
trycka till-
trycka till Nomen
-
-
aanstampen (vaststampen)
Konjugationen für aanstampen:
o.t.t.
- stamp aan
- stampt aan
- stampt aan
- stampen aan
- stampen aan
- stampen aan
o.v.t.
- stampte aan
- stampte aan
- stampte aan
- stampten aan
- stampten aan
- stampten aan
v.t.t.
- heb aangestampt
- hebt aangestampt
- heeft aangestampt
- hebben aangestampt
- hebben aangestampt
- hebben aangestampt
v.v.t.
- had aangestampt
- had aangestampt
- had aangestampt
- hadden aangestampt
- hadden aangestampt
- hadden aangestampt
o.t.t.t.
- zal aanstampen
- zult aanstampen
- zal aanstampen
- zullen aanstampen
- zullen aanstampen
- zullen aanstampen
o.v.t.t.
- zou aanstampen
- zou aanstampen
- zou aanstampen
- zouden aanstampen
- zouden aanstampen
- zouden aanstampen
diversen
- stamp aan!
- stampt aan!
- aangestampt
- aanstampende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für aanstampen:
Noun | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
trycka till | aanstampen | |
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
stampa fast | aanstampen; vaststampen | |
stampa till | aanstampen; vaststampen |