Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. aanprijzing:


Niederländisch

Detailübersetzungen für aanprijzing (Niederländisch) ins Schwedisch

aanprijzing:

aanprijzing [de ~ (v)] Nomen

  1. de aanprijzing (aanbeveling; recommandatie; referentie)
    rekommendation; råd; anbefallning

Übersetzung Matrix für aanprijzing:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
anbefallning aanbeveling; aanprijzing; recommandatie; referentie
rekommendation aanbeveling; aanprijzing; recommandatie; referentie aanbeveling
råd aanbeveling; aanprijzing; recommandatie; referentie advies; raad; raadgeving; vermaning; waarschuwing

Verwandte Wörter für "aanprijzing":

  • aanprijzingen