Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch: mehr Daten
- stal:
- stallen:
- stelen:
- Wiktionary:
Schwedisch nach Niederländisch: mehr Daten
- stål:
-
stjäla:
- stelen; pikken; verdonkeremanen; ontnemen; toeëigenen; snaaien; gappen; kapen; inpikken; roven; ontfutselen; jatten; ontvreemden; wegpikken; wegnemen; plunderen; wegkapen; benemen; achteroverdrukken; afnemen; vervreemden; verduisteren; verdonkeren; wegpakken; leegstelen; afsnoepen; ladelichten; achterhouden; wegfutselen; ontstelen; weggraaien
-
Wiktionary:
- stål → staal
- stjäla → ontvreemden, stelen, jatten, gappen
Niederländisch
Detailübersetzungen für stal (Niederländisch) ins Schwedisch
stal:
Übersetzung Matrix für stal:
Noun | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
stall | stal | stalgebouw |
Verwandte Wörter für "stal":
Verwandte Definitionen für "stal":
stal form of stallen:
-
stallen
Konjugationen für stallen:
o.t.t.
- stal
- stalt
- stalt
- stalen
- stalen
- stalen
o.v.t.
- stalde
- stalde
- stalde
- stalden
- stalden
- stalden
v.t.t.
- heb gestald
- hebt gestald
- heeft gestald
- hebben gestald
- hebben gestald
- hebben gestald
v.v.t.
- had gestald
- had gestald
- had gestald
- hadden gestald
- hadden gestald
- hadden gestald
o.t.t.t.
- zal stallen
- zult stallen
- zal stallen
- zullen stallen
- zullen stallen
- zullen stallen
o.v.t.t.
- zou stallen
- zou stallen
- zou stallen
- zouden stallen
- zouden stallen
- zouden stallen
en verder
- ben gestald
- bent gestald
- is gestald
- zijn gestald
- zijn gestald
- zijn gestald
diversen
- stal!
- stalt!
- gestald
- stallend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für stallen:
Noun | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
stallar | stallen | |
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
förvara | stallen | archiveren; behouden; bewaren; conserveren; opbergen; opslaan |
lagra | stallen | bewaren; deponeren; opslaan; opzij leggen; wegzetten |
Verwandte Wörter für "stallen":
stal form of stelen:
-
stelen (ontvreemden; jatten; pikken; verdonkeremanen; gappen; wegpikken; inpikken; wegkapen; vervreemden; achteroverdrukken)
-
stelen (pikken; verdonkeremanen; ontnemen; toeëigenen; snaaien; gappen; kapen; inpikken; roven; ontfutselen; jatten; ontvreemden; wegpikken; wegnemen; plunderen; wegkapen; benemen; achteroverdrukken; afnemen; vervreemden; verduisteren; verdonkeren; wegpakken; leegstelen)
-
stelen (pikken; verduisteren; wegpikken; jatten; ontvreemden; verdonkeremanen; vervreemden; inpikken; wegkapen; gappen; achterhouden; achteroverdrukken; wegfutselen)
-
stelen (snaaien; gappen; wegpikken; weggraaien)
Konjugationen für stelen:
o.t.t.
- steel
- steelt
- steelt
- stelen
- stelen
- stelen
o.v.t.
- stal
- stal
- stal
- stalen
- stalen
- stalen
v.t.t.
- heb gestolen
- hebt gestolen
- heeft gestolen
- hebben gestolen
- hebben gestolen
- hebben gestolen
v.v.t.
- had gestolen
- had gestolen
- had gestolen
- hadden gestolen
- hadden gestolen
- hadden gestolen
o.t.t.t.
- zal stelen
- zult stelen
- zal stelen
- zullen stelen
- zullen stelen
- zullen stelen
o.v.t.t.
- zou stelen
- zou stelen
- zou stelen
- zouden stelen
- zouden stelen
- zouden stelen
en verder
- ben gestolen
- bent gestolen
- is gestolen
- zijn gestolen
- zijn gestolen
- zijn gestolen
diversen
- steel!
- steelt!
- gestolen
- stelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für stelen:
Verwandte Wörter für "stelen":
Synonyms for "stelen":
Verwandte Definitionen für "stelen":
Wiktionary Übersetzungen für stelen:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• stelen | → snatta | ↔ lift — to steal |
• stelen | → stjäla; sno; knycka | ↔ steal — to illegally take possession of |
• stelen | → sno; snatta; knycka | ↔ klauen — (transitiv) umgangssprachlich: etwas entwenden, stehlen |
• stelen | → stjäla | ↔ stehlen — etwas stehlen: etwas aus dem Besitz eines anderen ohne dessen Einverständnis wegnehmen; einen Diebstahl begehen |
• stelen | → skinna; upptäcka | ↔ dépouiller — Traductions à trier suivant le sens |
• stelen | → stjäla; sno; knycka | ↔ dérober — Enlever, voler en cachette. (Sens général). |
• stelen | → stjäla; sno | ↔ voler — s’approprier le bien d’autrui. prendre quelque chose à quelqu’un sans son accord, dérober. |
Verwandte Übersetzungen für stal
Schwedisch
Detailübersetzungen für stal (Schwedisch) ins Niederländisch
stål:
-
stål (järn)
-
stål
Übersetzung Matrix für stål:
Noun | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
Ferro | järn; stål | |
ijzer | järn; stål | järn |
staal | stål | exemplar; föredöme; specimen; stållegering |
stal form of stjäla:
-
stjäla
stelen; pikken; verdonkeremanen; ontnemen; toeëigenen; snaaien; gappen; kapen; inpikken; roven; ontfutselen; jatten; ontvreemden; wegpikken; wegnemen; plunderen; wegkapen; benemen; achteroverdrukken; afnemen; vervreemden; verduisteren; verdonkeren; wegpakken; leegstelen-
verdonkeremanen Verb (verdonkeremaan, verdonkeremaant, verdonkeremaande, verdonkeremaanden, verdonkeremaand)
-
achteroverdrukken Verb (druk achterover, drukt achterover, drukte achterover, drukten achterover, achterovergedrukt)
-
stjäla
-
stjäla
ladelichten-
ladelichten Verb
-
-
stjäla (nypa; knycka)
stelen; jatten; pikken; verdonkeremanen; gappen; wegpikken; inpikken; ontvreemden; wegkapen; vervreemden; achteroverdrukken-
verdonkeremanen Verb (verdonkeremaan, verdonkeremaant, verdonkeremaande, verdonkeremaanden, verdonkeremaand)
-
achteroverdrukken Verb (druk achterover, drukt achterover, drukte achterover, drukten achterover, achterovergedrukt)
-
stjäla (sno; snatta; knycka)
stelen; pikken; verduisteren; wegpikken; jatten; ontvreemden; verdonkeremanen; vervreemden; inpikken; wegkapen; gappen; achterhouden; achteroverdrukken; wegfutselen-
verdonkeremanen Verb (verdonkeremaan, verdonkeremaant, verdonkeremaande, verdonkeremaanden, verdonkeremaand)
-
achteroverdrukken Verb (druk achterover, drukt achterover, drukte achterover, drukten achterover, achterovergedrukt)
-
wegfutselen Verb
-
stjäla (beröva)
-
stjäla (knycka; sno; rycka)
Konjugationen für stjäla:
presens
- stjäler
- stjäler
- stjäler
- stjäler
- stjäler
- stjäler
imperfekt
- stal
- stal
- stal
- stal
- stal
- stal
framtid 1
- kommer att stjäla
- kommer att stjäla
- kommer att stjäla
- kommer att stjäla
- kommer att stjäla
- kommer att stjäla
framtid 2
- skall stjäla
- skall stjäla
- skall stjäla
- skall stjäla
- skall stjäla
- skall stjäla
conditional
- skulle stjäla
- skulle stjäla
- skulle stjäla
- skulle stjäla
- skulle stjäla
- skulle stjäla
perfekt particip
- har stulit
- har stulit
- har stulit
- har stulit
- har stulit
- har stulit
imperfekt particip
- hade stulit
- hade stulit
- hade stulit
- hade stulit
- hade stulit
- hade stulit
blandad
- stjäl!
- stjäl!
- stulen
- stjälande
1. jag, 2. du/ni, 3. han/hon/den/det, 4. vi, 5. ni, 6. de
Übersetzung Matrix für stjäla:
Synonyms for "stjäla":
Wiktionary Übersetzungen für stjäla:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• stjäla | → ontvreemden | ↔ abstract — to steal |
• stjäla | → stelen; ontvreemden; jatten | ↔ steal — to illegally take possession of |
• stjäla | → stelen | ↔ stehlen — etwas stehlen: etwas aus dem Besitz eines anderen ohne dessen Einverständnis wegnehmen; einen Diebstahl begehen |
• stjäla | → gappen; ontvreemden; stelen | ↔ dérober — Enlever, voler en cachette. (Sens général). |
• stjäla | → stelen | ↔ voler — s’approprier le bien d’autrui. prendre quelque chose à quelqu’un sans son accord, dérober. |