Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. opgroeien:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für opgroeien (Niederländisch) ins Schwedisch

opgroeien:

opgroeien Verb (groei op, groeit op, groeide op, groeiden op, opgegroeid)

  1. opgroeien (groeien; groot worden)
    odla; växa upp; växa; utvecklas
    • odla Verb (odlar, odlade, odlat)
    • växa upp Verb (växer upp, växte upp, växt upp)
    • växa Verb (växer, växte, växt)
    • utvecklas Verb (utvecklar, utvecklade, utvecklat)

Konjugationen für opgroeien:

o.t.t.
  1. groei op
  2. groeit op
  3. groeit op
  4. groeien op
  5. groeien op
  6. groeien op
o.v.t.
  1. groeide op
  2. groeide op
  3. groeide op
  4. groeiden op
  5. groeiden op
  6. groeiden op
v.t.t.
  1. ben opgegroeid
  2. bent opgegroeid
  3. is opgegroeid
  4. zijn opgegroeid
  5. zijn opgegroeid
  6. zijn opgegroeid
v.v.t.
  1. was opgegroeid
  2. was opgegroeid
  3. was opgegroeid
  4. waren opgegroeid
  5. waren opgegroeid
  6. waren opgegroeid
o.t.t.t.
  1. zal opgroeien
  2. zult opgroeien
  3. zal opgroeien
  4. zullen opgroeien
  5. zullen opgroeien
  6. zullen opgroeien
o.v.t.t.
  1. zou opgroeien
  2. zou opgroeien
  3. zou opgroeien
  4. zouden opgroeien
  5. zouden opgroeien
  6. zouden opgroeien
diversen
  1. groei op!
  2. groeit op!
  3. opgegroeid
  4. opgroeiend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für opgroeien:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
odla groeien; groot worden; opgroeien aankweken; aanplanten; aardappelen poten; beschaven; civiliseren; cultiveren; fokken; genereren; kweken; ontginnen; ontwikkelen; opkweken; planten; poten; procreëren; telen; verbouwen; voor landbouw klaar maken; voortbrengen
utvecklas groeien; groot worden; opgroeien geschikt maken voor bebouwing; ontginnen; ontplooien; uiteenvouwen; vorderingen maken
växa groeien; groot worden; opgroeien vegeteren; volgroeien; volwassen worden
växa upp groeien; groot worden; opgroeien uitgroeien

Wiktionary Übersetzungen für opgroeien:

opgroeien
verb
  1. de tijd tot de volwassenheid doorbrengen