Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. opzuigen:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für opzuigen (Niederländisch) ins Schwedisch

opzuigen:

opzuigen Verb (zuig op, zuigt op, zoog op, zogen op, opgezogen)

  1. opzuigen (wegzuigen; afzuigen)
    suga upp
    • suga upp Verb (suger upp, sög upp, sugit upp)
  2. opzuigen (stofzuigen)
    dammsuga
    • dammsuga Verb (dammsuger, dammsög, dammsugit)

Konjugationen für opzuigen:

o.t.t.
  1. zuig op
  2. zuigt op
  3. zuigt op
  4. zuigen op
  5. zuigen op
  6. zuigen op
o.v.t.
  1. zoog op
  2. zoog op
  3. zoog op
  4. zogen op
  5. zogen op
  6. zogen op
v.t.t.
  1. heb opgezogen
  2. hebt opgezogen
  3. heeft opgezogen
  4. hebben opgezogen
  5. hebben opgezogen
  6. hebben opgezogen
v.v.t.
  1. had opgezogen
  2. had opgezogen
  3. had opgezogen
  4. hadden opgezogen
  5. hadden opgezogen
  6. hadden opgezogen
o.t.t.t.
  1. zal opzuigen
  2. zult opzuigen
  3. zal opzuigen
  4. zullen opzuigen
  5. zullen opzuigen
  6. zullen opzuigen
o.v.t.t.
  1. zou opzuigen
  2. zou opzuigen
  3. zou opzuigen
  4. zouden opzuigen
  5. zouden opzuigen
  6. zouden opzuigen
en verder
  1. is opgezogen
  2. zijn opgezogen
diversen
  1. zuig op!
  2. zuigt op!
  3. opgezogen
  4. opzuigend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für opzuigen:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
dammsuga opzuigen; stofzuigen stofzuigen
suga upp afzuigen; opzuigen; wegzuigen absorberen; inzuigen; naar binnen zuigen; opnemen; opslorpen; opslurpen

Wiktionary Übersetzungen für opzuigen:


Cross Translation:
FromToVia
opzuigen suga i; fånga upp; dra åt; ta upp; absorbera; suga upp; suga till absorb — to suck up or drink in (2)