Niederländisch

Detailübersetzungen für gelukkig (Niederländisch) ins Schwedisch

gelukkig:

gelukkig Adjektiv

  1. gelukkig (voorspoedig)
  2. gelukkig (voorspoedig verlopend; voorspoedig)
  3. gelukkig (geluk genietend; dolgelukkig)
    lyckligt; ljuvlig; välsignat; ljuvligt; välsignad
  4. gelukkig (tevreden; voldaan; vergenoegd)
    tillfredställt; glad; glatt
  5. gelukkig (fortuinlijk)
    lycklig; tursam; lyckligt lottat; tursamt; lyckosamt; lyckligt

Übersetzung Matrix für gelukkig:

ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
framgångsrikt gelukkig; voorspoedig; voorspoedig verlopend geslaagd; succesvol
fördelaktig gelukkig; voorspoedig bevorderlijk; dienstig; gunstig; positief; tot nut
fördelaktigt gelukkig; voorspoedig bevorderlijk; dienstig; gunstig; heilzaam; positief; tot nut; zegenrijk
glad gelukkig; tevreden; vergenoegd; voldaan aangenaam; blij; blijgestemd; blijmoedig; dartel; heugelijk; heuglijk; jolig; levendig; levenslustig; monter; opgetogen; opgewekt; plezierig; tierig; uitgelaten; verblijdend; vreugdevol; vrolijk
glatt gelukkig; tevreden; vergenoegd; voldaan aangenaam; behaaglijk; blij; blijgestemd; blijmoedig; dartel; fijn; fleurig; glad; glibberig; heugelijk; heuglijk; jolig; kleurrijk; lachziek; leuk; levendig; levenslustig; monter; opgetogen; opgewekt; plezant; plezierig; prettig; tierig; uitgelaten; verblijd; verblijdend; verheugd; vreugdevol; vrolijk
hälsosam gelukkig; voorspoedig gezond; gezondheidsbevorderend
hälsosamt gelukkig; voorspoedig bevorderlijk; dienstig; gezond; gezondheids; gezondheidsbevorderend; gunstig; heilzaam; positief; tot nut; zegenrijk
ljuvlig dolgelukkig; geluk genietend; gelukkig aanvallig; allerliefst; elegant; gracieus; schattig; sierlijk; snoeperig; snoezig
ljuvligt dolgelukkig; geluk genietend; gelukkig aanvallig; allerliefst; betoverend; elegant; gracieus; lieftallig; luisterrijk; magnifiek; prachtig; schattig; schitterend; sierlijk; snoeperig; snoezig
lycklig fortuinlijk; gelukkig aangenaam; behaaglijk; blijmoedig; fijn; gelukzalig; heugelijk; heuglijk; leuk; opgewekt; plezant; plezierig; prettig; verblijdend; verrukt; zalig; zielsgelukkig
lyckligt dolgelukkig; fortuinlijk; geluk genietend; gelukkig aangenaam; behaaglijk; blijmoedig; fijn; gelukzalig; heugelijk; heuglijk; leuk; opgewekt; plezant; plezierig; prettig; verblijdend; verrukt; zalig; zielsgelukkig
lyckligt lottat fortuinlijk; gelukkig
lyckosam gelukkig; voorspoedig; voorspoedig verlopend
lyckosamt fortuinlijk; gelukkig; voorspoedig; voorspoedig verlopend
nyttigt gelukkig; voorspoedig bevorderlijk; dienstig; gunstig; heilzaam; positief; tot nut; zegenrijk
tillfredställt gelukkig; tevreden; vergenoegd; voldaan verzadigd; vol
tursam fortuinlijk; gelukkig
tursamt fortuinlijk; gelukkig
välgörandet gelukkig; voorspoedig heilzaam; zegenrijk
välsignad dolgelukkig; geluk genietend; gelukkig bedeeld; geprezen; geschapen; gezegend
välsignat dolgelukkig; geluk genietend; gelukkig bedeeld; geprezen; geschapen; gezegend

Verwandte Wörter für "gelukkig":

  • gelukkiger, gelukkigere, gelukkigst, gelukkigste, gelukkige

Antonyme für "gelukkig":


Verwandte Definitionen für "gelukkig":

  1. blij en tevreden1
    • hij heeft een gelukkig leven1
  2. wat gunstige kansen brengt1
    • dit is een gelukkig moment voor een feest1

Wiktionary Übersetzungen für gelukkig:


Cross Translation:
FromToVia
gelukkig glad; glatt; lycklig; lyckligt happy — enjoying peace, comfort, etc.; contented, joyous
gelukkig lyckad; gynnsamt; gynnsam; lyckat happy — fortunate
gelukkig lyckligt; lyckligtvis luckily — in a lucky manner
gelukkig lyckosam lucky — of people, having good fortune
gelukkig lycklig; tursam lucky — being good by chance
gelukkig glädjande nog; lyckligtvis erfreulicherweise — zur Freude des Sprechers
gelukkig lycklig glücklich — von großer Freude, Zufriedenheit, vom (Wohlfühl-)Glück erfüllt sein
gelukkig lycklig glücklich — (Zufalls-)Glück oder Erfolg habend
gelukkig lyckligtvis heureusement — D’une manière heureuse
gelukkig lycklig heureux — À trier

Verwandte Übersetzungen für gelukkig