Übersicht
Niederländisch
Detailübersetzungen für inlichten (Niederländisch) ins Schwedisch
inlichten:
-
inlichten (voorlichten; onderrichten)
-
inlichten (van iets in kennis stellen; informeren; op de hoogte brengen; verwittigen; waarschuwen; tippen)
Konjugationen für inlichten:
o.t.t.
- licht in
- licht in
- licht in
- lichten in
- lichten in
- lichten in
o.v.t.
- lichtte in
- lichtte in
- lichtte in
- lichtten in
- lichtten in
- lichtten in
v.t.t.
- heb ingelicht
- hebt ingelicht
- heeft ingelicht
- hebben ingelicht
- hebben ingelicht
- hebben ingelicht
v.v.t.
- had ingelicht
- had ingelicht
- had ingelicht
- hadden ingelicht
- hadden ingelicht
- hadden ingelicht
o.t.t.t.
- zal inlichten
- zult inlichten
- zal inlichten
- zullen inlichten
- zullen inlichten
- zullen inlichten
o.v.t.t.
- zou inlichten
- zou inlichten
- zou inlichten
- zouden inlichten
- zouden inlichten
- zouden inlichten
en verder
- ben ingelicht
- bent ingelicht
- is ingelicht
- zijn ingelicht
- zijn ingelicht
- zijn ingelicht
diversen
- licht in!
- licht in!
- ingelicht
- inlichtend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für inlichten:
Wiktionary Übersetzungen für inlichten:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• inlichten | → informera | ↔ informieren — Informationen, Nachrichten weitergeben |
• inlichten | → informera; upplysa | ↔ informer — instruire de quelque chose ; faire savoir quelque chose. |