Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. gewerveld:
  2. wervelen:
  3. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für gewerveld (Niederländisch) ins Schwedisch

gewerveld:

gewerveld Adjektiv

  1. gewerveld
    ryggrads-

Übersetzung Matrix für gewerveld:

ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
ryggrads- gewerveld

Wiktionary Übersetzungen für gewerveld:


Cross Translation:
FromToVia
gewerveld ryggradsdjur vertebrate — having a backbone

wervelen:

wervelen Verb (wervel, wervelt, wervelde, wervelden, gewerveld)

  1. wervelen (wielen; kolken)
    snurra; virvla
    • snurra Verb (snurrar, snurrade, snurrat)
    • virvla Verb (virvlar, virvlade, virvlat)

Konjugationen für wervelen:

o.t.t.
  1. wervel
  2. wervelt
  3. wervelt
  4. wervelen
  5. wervelen
  6. wervelen
o.v.t.
  1. wervelde
  2. wervelde
  3. wervelde
  4. wervelden
  5. wervelden
  6. wervelden
v.t.t.
  1. heb gewerveld
  2. hebt gewerveld
  3. heeft gewerveld
  4. hebben gewerveld
  5. hebben gewerveld
  6. hebben gewerveld
v.v.t.
  1. had gewerveld
  2. had gewerveld
  3. had gewerveld
  4. hadden gewerveld
  5. hadden gewerveld
  6. hadden gewerveld
o.t.t.t.
  1. zal wervelen
  2. zult wervelen
  3. zal wervelen
  4. zullen wervelen
  5. zullen wervelen
  6. zullen wervelen
o.v.t.t.
  1. zou wervelen
  2. zou wervelen
  3. zou wervelen
  4. zouden wervelen
  5. zouden wervelen
  6. zouden wervelen
diversen
  1. wervel!
  2. wervelt!
  3. gewerveld
  4. wervelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für wervelen:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
snurra kolken; wervelen; wielen draaien; keren; kolken; kroelen; ronddraaien; rondtollen; tollen; wenden
virvla kolken; wervelen; wielen draaien; kolken; kroelen; ronddraaien; zwieren

Verwandte Wörter für "wervelen":