Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. verwoed:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für verwoed (Niederländisch) ins Schwedisch

verwoed:

verwoed Adjektiv

  1. verwoed (hevig; heftig; fel)
    vilt; häftigt; ilsken; häftig; ilsket; vildsint; folkilskt
  2. verwoed (naarstig)
    trägen

Übersetzung Matrix für verwoed:

OtherVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
vilt flink
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
folkilskt fel; heftig; hevig; verwoed
häftig fel; heftig; hevig; verwoed felle; ferm; flink; fysiek sterk; gaaf; heftig; hevig; krachtig; mieters; onmatig; pittig; schitterend; sterk; stevig; straf; tof
häftigt fel; heftig; hevig; verwoed erg; fel; felle; ferm; flink; fysiek sterk; gaaf; heftig; hevig; intens; krachtig; mieters; onmatig; pittig; schitterend; sterk; stevig; straf; tof
ilsken fel; heftig; hevig; verwoed boos; gebelgd; giftig; kwaad; nijdig; verbolgen; vertoornd
ilsket fel; heftig; hevig; verwoed boos; dol; furieus; gebelgd; giftig; hels; kwaad; laaiend; nijdig; razend; tierend; verbolgen; vertoornd; woedend; woest
trägen naarstig; verwoed leergierig; studieus
vildsint fel; heftig; hevig; verwoed
vilt fel; heftig; hevig; verwoed bot; felle; lomp; onbehouwen; onbeschaafd; onopgevoed; wild

Verwandte Wörter für "verwoed":

  • verwoede

Wiktionary Übersetzungen für verwoed:


Cross Translation:
FromToVia
verwoed rasande; ursinnig; häftig; våldsam; omåttlig; stor- furieux — Qui est en fureur ; qui est en furie.