Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. toekomend:
  2. toekomen:
  3. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für toekomend (Niederländisch) ins Schwedisch

toekomend:

toekomend Adjektiv

  1. toekomend (aanstaand; toekomstig; aankomend; toekomstige)
    framtiden

Übersetzung Matrix für toekomend:

ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
framtiden aankomend; aanstaand; toekomend; toekomstig; toekomstige

Wiktionary Übersetzungen für toekomend:


Cross Translation:
FromToVia
toekomend tillkommande futur — Qui concerne l’avenir, qui se produira dans l'avenir.

toekomen:

toekomen Verb (kom toe, komt toe, kwam toe, kwamen toe, toegekomen)

  1. toekomen (verdiend hebben; toekomen aan)
    förtjäna; förvärva; tjäna
    • förtjäna Verb (förtjänar, förtjänade, förtjänat)
    • förvärva Verb (förvärver, förvärvde, förvärvt)
    • tjäna Verb (tjänar, tjänade, tjänat)
  2. toekomen (ten deel vallen; toevallen)
    tillkomma; tillfalla
    • tillkomma Verb (tillkommer, tillkomm, tillkommit)
    • tillfalla Verb (tillfaller, tillföll, tillfallit)

Konjugationen für toekomen:

o.t.t.
  1. kom toe
  2. komt toe
  3. komt toe
  4. komen toe
  5. komen toe
  6. komen toe
o.v.t.
  1. kwam toe
  2. kwam toe
  3. kwam toe
  4. kwamen toe
  5. kwamen toe
  6. kwamen toe
v.t.t.
  1. heb toegekomen
  2. hebt toegekomen
  3. heeft toegekomen
  4. hebben toegekomen
  5. hebben toegekomen
  6. hebben toegekomen
v.v.t.
  1. had toegekomen
  2. had toegekomen
  3. had toegekomen
  4. hadden toegekomen
  5. hadden toegekomen
  6. hadden toegekomen
o.t.t.t.
  1. zal toekomen
  2. zult toekomen
  3. zal toekomen
  4. zullen toekomen
  5. zullen toekomen
  6. zullen toekomen
o.v.t.t.
  1. zou toekomen
  2. zou toekomen
  3. zou toekomen
  4. zouden toekomen
  5. zouden toekomen
  6. zouden toekomen
en verder
  1. ben toegekomen
  2. bent toegekomen
  3. is toegekomen
  4. zijn toegekomen
  5. zijn toegekomen
  6. zijn toegekomen
diversen
  1. kom toe!
  2. komt toe!
  3. toegekomen
  4. toekomend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für toekomen:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
förtjäna toekomen; toekomen aan; verdiend hebben behalen; de kost verdienen; verkrijgen; winnen
förvärva toekomen; toekomen aan; verdiend hebben aanschaffen; aanwennen; acquireren; bemachtigen; eigenmaken; gewend raken; gewinnen; leren; verkrijgen
tillfalla ten deel vallen; toekomen; toevallen
tillkomma ten deel vallen; toekomen; toevallen
tjäna toekomen; toekomen aan; verdiend hebben bedienen; bedruipen; de kost verdienen; dienen; kostwinnen; winstmaken