Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch: mehr Daten
- vorsen:
-
Wiktionary:
- vorsen → bepröva, undersöka, söka om igen
Niederländisch
Detailübersetzungen für vorsen (Niederländisch) ins Schwedisch
vorsen:
-
vorsen (onderzoeken; speuren)
Konjugationen für vorsen:
o.t.t.
- vors
- vorst
- vorst
- vorsen
- vorsen
- vorsen
o.v.t.
- vorste
- vorste
- vorste
- vorsten
- vorsten
- vorsten
v.t.t.
- heb gevorst
- hebt gevorst
- heeft gevorst
- hebben gevorst
- hebben gevorst
- hebben gevorst
v.v.t.
- had gevorst
- had gevorst
- had gevorst
- hadden gevorst
- hadden gevorst
- hadden gevorst
o.t.t.t.
- zal vorsen
- zult vorsen
- zal vorsen
- zullen vorsen
- zullen vorsen
- zullen vorsen
o.v.t.t.
- zou vorsen
- zou vorsen
- zou vorsen
- zouden vorsen
- zouden vorsen
- zouden vorsen
diversen
- vors!
- vorst!
- gevorst
- vorsend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für vorsen:
Noun | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
fråga | interpellatie; issue; kwestie; punt; query; substantie; vraag | |
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
fråga | onderzoeken; speuren; vorsen | afvragen; bidden; navragen; smeken; verwonderen; verzoeken; vraag stellen; vragen |
förfråga | onderzoeken; speuren; vorsen | |
höra efter | onderzoeken; speuren; vorsen | |
höra sig för | onderzoeken; speuren; vorsen | |
undra | onderzoeken; speuren; vorsen | afvragen; dwalen; verwonderen |
Computerübersetzung von Drittern: