Home ->Wörterbücher ->Niederländisch/Schwedisch ->Suche: accent

Niederländische und schwedische Suchergebnisse für: accent

Übersicht

Niederländisch nach Schwedisch: mehr Daten

accent:
- betoning; eftertryck; emfas; dialekt
Wiktionary:
- accent → accent, betoning, brytning

Schwedisch nach Niederländisch: mehr Daten

accent:
- Wiktionary:
  accent → accent, klemtoon, tongval, uitspraak, nadruk
- Synonyms for "accent":
  uttal; brytning

Niederländisch

Detailübersetzungen für accent (Niederländisch) ins Schwedisch

accent:

accent [het ~] Nomen

het accent (klemtoon; nadruk; hoofdtoon)
betoning; eftertryck; emfas
- betoning [-en] Nomen
- eftertryck [-ett] Nomen
- emfas [-en] Nomen
het accent (tongval; dialect; taaltje)
dialekt
- dialekt [-en] Nomen

Übersetzung Matrix für accent:

Noun	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
betoning	accent; hoofdtoon; klemtoon; nadruk	benadrukking
dialekt	accent; dialect; taaltje; tongval	dialect; streektaal; taaltje; tongval
eftertryck	accent; hoofdtoon; klemtoon; nadruk	grandeur; grootsheid; indrukwekkendheid; nauwheid; smalheid
emfas	accent; hoofdtoon; klemtoon; nadruk
-	klemtoon; nadruk

Verwandte Wörter für "accent":

accenten

Synonyms for "accent":

klemtoon; nadruk

Verwandte Definitionen für "accent":

manier waarop je de woorden uitspreekt¹
- hij spreekt Nederlands met een Engels accent¹
zwaardere toon waarmee je een lettergreep uitspreekt¹
- het accent in 'aanraden' ligt op de eerste lettergreep¹

Wiktionary Übersetzungen für accent:

Cross Translation:

From	To	Via
• accent	→ accent; betoning	↔ accent — stronger articulation
• accent	→ accent	↔ accent — orthography: mark to indicate accent
• accent	→ brytning; accent	↔ accent — modulation of the voice
• accent	→ accent	↔ insistance — action d’insister.

Verwandte Übersetzungen für accent

accent circonflexe

Schwedisch

Detailübersetzungen für accent (Schwedisch) ins Niederländisch

accent:

Synonyms for "accent":

uttal; brytning

Wiktionary Übersetzungen für accent:

Cross Translation:

From	To	Via
• accent	→ accent; klemtoon	↔ accent — stronger articulation
• accent	→ klemtoon; accent	↔ accent — orthography: mark to indicate accent
• accent	→ tongval; accent; uitspraak	↔ accent — modulation of the voice
• accent	→ accent; klemtoon; nadruk	↔ insistance — action d’insister.

¹Muiswerk Woordenboek