Niederländisch
Detailübersetzungen für raadgeven (Niederländisch) ins Schwedisch
raadgeven:
-
raadgeven
Konjugationen für raadgeven:
o.t.t.
- geef raad
- geeft raad
- geeft raad
- geven raad
- geven raad
- geven raad
o.v.t.
- gaf raad
- gaf raad
- gaf raad
- gaven raad
- gaven raad
- gaven raad
v.t.t.
- heb raad gegeven
- hebt raad gegeven
- heeft raad gegeven
- hebben raad gegeven
- hebben raad gegeven
- hebben raad gegeven
v.v.t.
- had raad gegeven
- had raad gegeven
- had raad gegeven
- hadden raad gegeven
- hadden raad gegeven
- hadden raad gegeven
o.t.t.t.
- zal raadgeven
- zult raadgeven
- zal raadgeven
- zullen raadgeven
- zullen raadgeven
- zullen raadgeven
o.v.t.t.
- zou raadgeven
- zou raadgeven
- zou raadgeven
- zouden raadgeven
- zouden raadgeven
- zouden raadgeven
diversen
- geef raad!
- geeft raad!
- raad gegeven
- raad gevend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für raadgeven:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
råda | raadgeven | aanbevelen; aanraden; adviseren; de overhand hebben; domineren; heerschappij voeren; heersen; iemand recommanderen; nomineren; overheersen; van raad dienen; voordragen |