Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch: mehr Daten
- overrompelen:
-
Wiktionary:
- overrompelen → översvämma
Niederländisch
Detailübersetzungen für overrompelen (Niederländisch) ins Schwedisch
overrompelen:
-
overrompelen (overvallen)
Konjugationen für overrompelen:
o.t.t.
- overrompel
- overrompelt
- overrompelt
- overrompelen
- overrompelen
- overrompelen
o.v.t.
- overrompelde
- overrompelde
- overrompelde
- overrompelden
- overrompelden
- overrompelden
v.t.t.
- heb overrompeld
- hebt overrompeld
- heeft overrompeld
- hebben overrompeld
- hebben overrompeld
- hebben overrompeld
v.v.t.
- had overrompeld
- had overrompeld
- had overrompeld
- hadden overrompeld
- hadden overrompeld
- hadden overrompeld
o.t.t.t.
- zal overrompelen
- zult overrompelen
- zal overrompelen
- zullen overrompelen
- zullen overrompelen
- zullen overrompelen
o.v.t.t.
- zou overrompelen
- zou overrompelen
- zou overrompelen
- zouden overrompelen
- zouden overrompelen
- zouden overrompelen
en verder
- ben overrompeld
- bent overrompeld
- is overrompeld
- zijn overrompeld
- zijn overrompeld
- zijn overrompeld
diversen
- overrompel!
- overrompelt!
- overrompeld
- overrompelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für overrompelen:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
överrumpla | overrompelen; overvallen |
Wiktionary Übersetzungen für overrompelen:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• overrompelen | → översvämma | ↔ overrun — to infest, swarm over |
Computerübersetzung von Drittern: