Home ->Wörterbücher ->Niederländisch/Schwedisch ->Suche: schim

Niederländische und schwedische Suchergebnisse für: schim

Übersicht

Niederländisch nach Schwedisch: mehr Daten

schim:
- spöklik uppenbarelse; spöke; skugga
Wiktionary:
- schim → spöke, spökbild, fantom, vålnad, ande, gast, själ, draug, skugga, dubbelgångare, gengångare, hamn

Niederländisch

Detailübersetzungen für schim (Niederländisch) ins Schwedisch

schim:

schim [de ~] Nomen

de schim (geestverschijning; geest; verschijning; spookverschijning; spook)
spöklik uppenbarelse; spöke
- spöklik uppenbarelse Nomen
- spöke [-ett] Nomen
de schim (gedaante)
skugga; spöke
- skugga [-en] Nomen
- spöke [-ett] Nomen

Übersetzung Matrix für schim:

Noun	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
skugga	gedaante; schim	lommer; schaduw; slagschaduw
spöke	gedaante; geest; geestverschijning; schim; spook; spookverschijning; verschijning	boeman; fantoom; hersenschim; schrikbeeld; spook; spookbeeld; spookgestalte; spookverschijning
spöklik uppenbarelse	geest; geestverschijning; schim; spook; spookverschijning; verschijning
Verb	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
skugga		beschaduwen; schaduwen

Verwandte Wörter für "schim":

schimmen

Wiktionary Übersetzungen für schim:

Cross Translation:

From	To	Via
• schim	→ spöke; spökbild; fantom; vålnad; ande; gast; själ; draug; skugga; dubbelgångare; gengångare; hamn	↔ ghost — spirit appearing after death
• schim	→ skugga	↔ ombre — obscurité relatif que cause un corps opaque en intercepter la lumière.