Home ->Wörterbücher ->Niederländisch/Schwedisch ->Suche: traject

Niederländische und schwedische Suchergebnisse für: traject

Übersicht

Niederländisch nach Schwedisch: mehr Daten

traject:
- väg; sträcka; bana; färd
Wiktionary:
- traject → bana, sträcka

Niederländisch

Detailübersetzungen für traject (Niederländisch) ins Schwedisch

traject:

traject [het ~] Nomen

het traject (route; weg; afstand; baan; ronde; baanvak; etappe; pad; tournee)
väg; sträcka; bana; färd
- väg [-en] Nomen
- sträcka [-en] Nomen
- bana [-en] Nomen
- färd [-en] Nomen

Übersetzung Matrix für traject:

Noun	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
bana	afstand; baan; baanvak; etappe; pad; ronde; route; tournee; traject; weg	beloop; carrière; loopbaan
färd	afstand; baan; baanvak; etappe; pad; ronde; route; tournee; traject; weg
sträcka	afstand; baan; baanvak; etappe; pad; ronde; route; tournee; traject; weg	wegvak
väg	afstand; baan; baanvak; etappe; pad; ronde; route; tournee; traject; weg	baan; straat; straatweg; weg
Verb	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
sträcka		bespannen; disloqueren; komen tot; ontwrichten; oprekken; opspannen; reiken; rekken; spannen; uit het lid brengen; uitrekken

Verwandte Wörter für "traject":

trajecten

Wiktionary Übersetzungen für traject:

Cross Translation:

From	To	Via
• traject	→ bana	↔ Bahn — Strecke, die von einem Körper in einer vorgeschriebenen Richtung durchmessen wird
• traject	→ sträcka	↔ trajet — espace à traverser, route à faire d’un lieu à un autre.

Computerübersetzung von Drittern: