Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. voortgaan:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für voortgaan (Niederländisch) ins Schwedisch

voortgaan:

voortgaan Verb (ga voort, gaat voort, ging voort, gingen voort, voortgegaan)

  1. voortgaan (doorgaan; continueren; voortzetten; )
    fortsätta; gå vidare med; slutföra; fortgå
    • fortsätta Verb (fortsätter, fortsatte, fortsatt)
    • gå vidare med Verb (går vidare med, gick vidare med, gått vidare med)
    • slutföra Verb (slutför, slutförde, slutfört)
    • fortgå Verb (fortgår, fortgick, fortgått)
  2. voortgaan (doorlopen; verdergaan; verder lopen; avanceren)
    fortsätta; gå vidare
    • fortsätta Verb (fortsätter, fortsatte, fortsatt)
    • gå vidare Verb (går vidare, gick vidare, gått vidare)

Konjugationen für voortgaan:

o.t.t.
  1. ga voort
  2. gaat voort
  3. gaat voort
  4. gaan voort
  5. gaan voort
  6. gaan voort
o.v.t.
  1. ging voort
  2. ging voort
  3. ging voort
  4. gingen voort
  5. gingen voort
  6. gingen voort
v.t.t.
  1. ben voortgegaan
  2. bent voortgegaan
  3. is voortgegaan
  4. zijn voortgegaan
  5. zijn voortgegaan
  6. zijn voortgegaan
v.v.t.
  1. was voortgegaan
  2. was voortgegaan
  3. was voortgegaan
  4. waren voortgegaan
  5. waren voortgegaan
  6. waren voortgegaan
o.t.t.t.
  1. zal voortgaan
  2. zult voortgaan
  3. zal voortgaan
  4. zullen voortgaan
  5. zullen voortgaan
  6. zullen voortgaan
o.v.t.t.
  1. zou voortgaan
  2. zou voortgaan
  3. zou voortgaan
  4. zouden voortgaan
  5. zouden voortgaan
  6. zouden voortgaan
diversen
  1. ga voort!
  2. gaat voort!
  3. voortgegaan
  4. voortgaan
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für voortgaan:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
fortgå aanhouden; continueren; doorgaan; verdergaan; vervolgen; voortgaan; voortzetten aanhouden; voortbestaan; voortduren
fortsätta aanhouden; avanceren; continueren; doorgaan; doorlopen; verder lopen; verdergaan; vervolgen; voortgaan; voortzetten aanzwiepen; continueren; doorgaan; doorwerken; duur verlengen; een stapje verder gaan; handelen; leven; manipuleren; op hol slaan; opdrijven; opereren; optreden; procederen; prolongeren; reactiveren; te werk gaan; uit wachtstand halen; verdergaan; verlengen; vervolgen; voortdrijven; voortjagen; voortzetten; wegjagen; werken
gå vidare avanceren; doorlopen; verder lopen; verdergaan; voortgaan aanzwiepen; opdrijven; voortdrijven; voortjagen; wegjagen
gå vidare med aanhouden; continueren; doorgaan; verdergaan; vervolgen; voortgaan; voortzetten
slutföra aanhouden; continueren; doorgaan; verdergaan; vervolgen; voortgaan; voortzetten concluderen; een gevolgtrekking maken; eindigen; opmaken uit; ten einde zijn; voltooien

Wiktionary Übersetzungen für voortgaan:


Cross Translation:
FromToVia
voortgaan fortsätta continuerpoursuivre ce qui commencer.
voortgaan behålla; förvara; konservera maintenirtenir ferme et fixe.