Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. verschillend:
  2. verschillen:
  3. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für verschillend (Niederländisch) ins Schwedisch

verschillend:

verschillend Adjektiv

  1. verschillend (anders; afwijkend; anderszins)
  2. verschillend (divers; uiteenlopend; onderscheiden; ongelijksoortig)
    diverse

Übersetzung Matrix für verschillend:

AdjectiveVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
- anders; ongelijk
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
annorlunda afwijkend; anders; anderszins; verschillend uitheems; vreemd; vreemdsoortig; zonderling
diverse divers; onderscheiden; ongelijksoortig; uiteenlopend; verschillend

Synonyms for "verschillend":


Antonyme für "verschillend":


Verwandte Definitionen für "verschillend":

  1. niet hetzelfde1
    • wij denken daar verschillend over1

Wiktionary Übersetzungen für verschillend:


Cross Translation:
FromToVia
verschillend olik different — not the same
verschillend skild; olik verschieden — nicht gleich, andere Eigenschaften habend
verschillend skild; olik verschieden — nicht der-/die-/dasselbe, nicht identisch
verschillend olik; olika différent — Qui n’est pas pareil, qui est autre, distinct.

verschillend form of verschillen:

verschillen Verb (verschil, verschilt, verschilde, verschilden, verschild)

  1. verschillen (afwijken)
    avvika; frångå
    • avvika Verb (avviker, avvek, avvikit)
    • frångå Verb (frångår, frångick, frångått)
  2. verschillen (uiteenlopen; variëren; veranderen; afwisselen; wisselen)
    variera
    • variera Verb (varierar, varierade, varierat)
  3. verschillen (verschil maken; schelen)
    avvika; skilja sig åt; vara olik
    • avvika Verb (avviker, avvek, avvikit)
    • skilja sig åt Verb (skiljer sig åt, skiljde sig åt, skiljt sig åt)
    • vara olik Verb (är olik, var olik, varit olik)

Konjugationen für verschillen:

o.t.t.
  1. verschil
  2. verschilt
  3. verschilt
  4. verschillen
  5. verschillen
  6. verschillen
o.v.t.
  1. verschilde
  2. verschilde
  3. verschilde
  4. verschilden
  5. verschilden
  6. verschilden
v.t.t.
  1. heb verschild
  2. hebt verschild
  3. heeft verschild
  4. hebben verschild
  5. hebben verschild
  6. hebben verschild
v.v.t.
  1. had verschild
  2. had verschild
  3. had verschild
  4. hadden verschild
  5. hadden verschild
  6. hadden verschild
o.t.t.t.
  1. zal verschillen
  2. zult verschillen
  3. zal verschillen
  4. zullen verschillen
  5. zullen verschillen
  6. zullen verschillen
o.v.t.t.
  1. zou verschillen
  2. zou verschillen
  3. zou verschillen
  4. zouden verschillen
  5. zouden verschillen
  6. zouden verschillen
diversen
  1. verschil!
  2. verschilt!
  3. verschild
  4. verschillend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

verschillen [het ~] Nomen

  1. het verschillen (schelen)
    skillnad; avvikelse; differentiering

Übersetzung Matrix für verschillen:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
avvikelse schelen; verschillen afwijking; afwijkingen; uitweiding; uitwijking
differentiering schelen; verschillen differentiatie; diversificatie
skillnad schelen; verschillen deftigheid; distinctie; gedistingeerdheid; onderscheid; verschil; verschillendheid; voornaamheid; welgemanierdheid
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
avvika afwijken; schelen; verschil maken; verschillen afdwalen; uitweiden
frångå afwijken; verschillen
skilja sig åt schelen; verschil maken; verschillen
vara olik schelen; verschil maken; verschillen
variera afwisselen; uiteenlopen; variëren; veranderen; verschillen; wisselen overhoop liggen; overhoopliggen
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
avvikelse afgeweken

Antonyme für "verschillen":


Verwandte Definitionen für "verschillen":

  1. anders zijn dan iets of iemand1
    • hun opvattingen verschillen nogal1

Wiktionary Übersetzungen für verschillen:


Cross Translation:
FromToVia
verschillen variera différer — Traductions à trier suivant le sens