Übersicht
Niederländisch
Detailübersetzungen für bergtop (Niederländisch) ins Schwedisch
bergtop:
Übersetzung Matrix für bergtop:
Noun | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
bergskrön | bergtop; piek; top | |
bergstopp | bergtop; piek; top | bergspits; hoogste punt; hoogte van de top; piek; rotspunt; top |
fjälltopp | bergtop; piek; top | bergspits |
krön | bergtop; piek; top | hoogste punt; kruin; top |
topp | bergtop; piek; top | bergspits; centrumspits; climax; hoogst haalbare; hoogste punt; hoogtepunt; kruin; piek; spits; summum; top; topje; toppunt |
Verwandte Wörter für "bergtop":
bergtop form of opbergen:
-
opbergen (archiveren; opslaan; bewaren)
-
opbergen (wegbergen)
-
opbergen (wegsluiten; wegbergen)
Konjugationen für opbergen:
o.t.t.
- berg op
- bergt op
- bergt op
- bergen op
- bergen op
- bergen op
o.v.t.
- borg op
- borg op
- borg op
- borgen op
- borgen op
- borgen op
v.t.t.
- heb opgeborgen
- hebt opgeborgen
- heeft opgeborgen
- hebben opgeborgen
- hebben opgeborgen
- hebben opgeborgen
v.v.t.
- had opgeborgen
- had opgeborgen
- had opgeborgen
- hadden opgeborgen
- hadden opgeborgen
- hadden opgeborgen
o.t.t.t.
- zal opbergen
- zult opbergen
- zal opbergen
- zullen opbergen
- zullen opbergen
- zullen opbergen
o.v.t.t.
- zou opbergen
- zou opbergen
- zou opbergen
- zouden opbergen
- zouden opbergen
- zouden opbergen
en verder
- ben opgeborgen
- bent opgeborgen
- is opgeborgen
- zijn opgeborgen
- zijn opgeborgen
- zijn opgeborgen
diversen
- berg op!
- bergt op!
- opgeborgen
- opberegend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze