Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. toets:
  2. toet:
  3. toetsen:
  4. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für toets (Niederländisch) ins Schwedisch

toets:

toets [de ~ (m)] Nomen

  1. de toets (proefwerk; test; repetitie)
    förprov; examen
  2. de toets (computertoets)
    prov; examen; komputerprov
  3. de toets
    nyckel

Übersetzung Matrix für toets:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
examen computertoets; proefwerk; repetitie; test; toets
förprov proefwerk; repetitie; test; toets
komputerprov computertoets; toets
nyckel toets sleutel; tool; wachtwoordsleutel
prov computertoets; toets beproeving; berechting; ernstige toetsing; proef; sample; schoolexamen; test

Verwandte Wörter für "toets":


Verwandte Definitionen für "toets":

  1. knop die je moet indrukken1
    • we hebben een telefoon met druktoetsen1
  2. onderzoek naar kennis van leerlingen1
    • we hebben vandaag een toets voor wiskunde1

Wiktionary Übersetzungen für toets:


Cross Translation:
FromToVia
toets knapp button — a mechanical device meant to be pressed with a finger
toets tenta; tentamen; skrivning; prov examination — formal test
toets knapp; tangent key — button on a typewriter or computer keyboard
toets tangent key — part of a piano or musical keyboard
toets knapp touche — Pièces d’ébène, d’ivoire, qui composent le clavier d’un orgue, d’un piano, d’un clavecin, etc

toet:

toet [de ~ (m)] Nomen

  1. de toet
    bulle; hårknut

toet

  1. toet (toeterend geluid)

Übersetzung Matrix für toet:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
bulle toet
hårknut toet haarknot; kluwen; knoedel; knoedeltje; knoet; knot; knotje; knotje haar; pluk haar; vlecht; wrong
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
tuta alcohol gebruiken; claxonneren; drinken; toeteren
OtherVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
tuta toet; toeterend geluid
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
tuta bliep

Verwandte Wörter für "toet":


Wiktionary Übersetzungen für toet:


Cross Translation:
FromToVia
toet anlete; ansikte; min visage — Face humaine

toets form of toetsen:

toetsen Verb (toets, toetst, toetste, toetsten, getoetst)

  1. toetsen (examineren; testen; overhoren)
    undersöka; kontrollera
    • undersöka Verb (undersöker, undersökte, undersökt)
    • kontrollera Verb (kontrollerar, kontrollerade, kontrollerat)
  2. toetsen (uittesten; testen; uitproberen)
    undersöka; kolla; testa
    • undersöka Verb (undersöker, undersökte, undersökt)
    • kolla Verb (kollar, kollade, kollat)
    • testa Verb (testar, testade, testat)

Konjugationen für toetsen:

o.t.t.
  1. toets
  2. toetst
  3. toetst
  4. toetsen
  5. toetsen
  6. toetsen
o.v.t.
  1. toetste
  2. toetste
  3. toetste
  4. toetsten
  5. toetsten
  6. toetsten
v.t.t.
  1. heb getoetst
  2. hebt getoetst
  3. heeft getoetst
  4. hebben getoetst
  5. hebben getoetst
  6. hebben getoetst
v.v.t.
  1. had getoetst
  2. had getoetst
  3. had getoetst
  4. hadden getoetst
  5. hadden getoetst
  6. hadden getoetst
o.t.t.t.
  1. zal toetsen
  2. zult toetsen
  3. zal toetsen
  4. zullen toetsen
  5. zullen toetsen
  6. zullen toetsen
o.v.t.t.
  1. zou toetsen
  2. zou toetsen
  3. zou toetsen
  4. zouden toetsen
  5. zouden toetsen
  6. zouden toetsen
en verder
  1. ben getoetst
  2. bent getoetst
  3. is getoetst
  4. zijn getoetst
  5. zijn getoetst
  6. zijn getoetst
diversen
  1. toets!
  2. toetst!
  3. getoetst
  4. toetsend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für toetsen:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
kontrollera controleren
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
kolla testen; toetsen; uitproberen; uittesten beproeven; controleren; iets opzoeken; in de gaten houden; in het oog houden; inspecteren; keuren; nagaan; nakijken; nazoeken; onderzoeken; opletten; overzien; testen; toezien
kontrollera examineren; overhoren; testen; toetsen bedwingen; beproeven; beteugelen; controleren; examineren; in bedwang houden; inspecteren; keuren; narekenen; natellen; onder controle hebben; onder gezag brengen; onderwerpen; onderzoeken; schouwen; testen
testa testen; toetsen; uitproberen; uittesten beproeven; controleren; examen afnemen; keuren; nagaan; nakijken; onderzoeken; op de proef stellen; testen
undersöka examineren; overhoren; testen; toetsen; uitproberen; uittesten aanschouwen; bekijken; beproeven; bezichtigen; bezien; controleren; doorvorsen; examineren; fouilleren; graaien; grabbelen; iets opzoeken; in iets rondtasten; inspecteren; keuren; met sonde onderzoeken; nagaan; nakijken; naspeuren; naspeuring doen; nasporen; nazoeken; onderzoeken; rechercheren; rommelen; schouwen; snuffelen; sonderen; speuren; testen; visiteren

Verwandte Wörter für "toetsen":


Wiktionary Übersetzungen für toetsen:


Cross Translation:
FromToVia
toetsen pröva; prova prüfen — (transitiv) feststellen, inwiefern einer Bedingung genügt wird
toetsen bepröva; försöka; probera; prova essayer — Traductions à trier suivant le sens