Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. gelul:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für gelul (Niederländisch) ins Schwedisch

gelul:

gelul [het ~] Nomen

  1. het gelul (geleuter; gezwam; gewauwel; )
    strunt; struntprat; tomt prat

Übersetzung Matrix für gelul:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
strunt gebazel; geklets; geleuter; gelul; gewauwel; gezwam; gezwets; leuterpraat apekool; flauwekul; gebeuzel; geleuter; gezwam; gezwets; humbug; klets; kletskoek; kolder; kolderverhaal; kul; larie; nonsens; rimram; waanzin
struntprat gebazel; geklets; geleuter; gelul; gewauwel; gezwam; gezwets; leuterpraat apekool; brabbeltaal; flauwekul; flut; gebeuzel; gebrabbel; geleuter; gezwam; gezwets; humbug; klets; kletskoek; kolder; kolderverhaal; kul; larie; nonsens; onzin; rimram; waanzin; zotteklap
tomt prat gebazel; geklets; geleuter; gelul; gewauwel; gezwam; gezwets; leuterpraat

Verwandte Wörter für "gelul":

  • gelulen

Wiktionary Übersetzungen für gelul:


Cross Translation:
FromToVia
gelul skitsnack bullshit — deceitful statements, etc
gelul skit; skitsnack shit — nonsense, bullshit