Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. belabberd:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für belabberd (Niederländisch) ins Schwedisch

belabberd:

belabberd Adjektiv

  1. belabberd
    hemsk; hemskt; förfärligt; gräslig; gräsligt

Übersetzung Matrix für belabberd:

ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
förfärligt belabberd afgrijselijk; afschrikwekkend; afschuwelijk; afschuwwekkend; afzichtelijk; foeilelijk; geducht; gruwelijk; in hoge mate; monsterlijk; oerlelijk; ontzettend; schrikaanjagend; schrikbarend; schrikwekkend; verschrikkelijk; vreselijk
gräslig belabberd
gräsligt belabberd huiveringwekkend; ijselijk; ijzingwekkend
hemsk belabberd huiveringwekkend; ijselijk; ijzingwekkend; ontzettend; schrikbarend; schrikwekkend; vreselijk
hemskt belabberd huiveringwekkend; ijselijk; ijzingwekkend; ontzettend; schrikbarend; schrikwekkend; verschrikkelijk; vreselijk

Verwandte Wörter für "belabberd":

  • belabberder, belabberdere, belabberdst, belabberdste

Wiktionary Übersetzungen für belabberd:


Cross Translation:
FromToVia
belabberd utfattig misérable — Qui réduire à la misère ; qui inspirer la pitié.
belabberd arm pauvre — Qui est dans la pauvreté ; qui ne dispose pas de ressources suffisantes.