Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. beroven:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für beroven (Niederländisch) ins Schwedisch

beroven:

beroven Verb (beroof, berooft, beroofde, beroofden, beroven)

  1. beroven (bestelen)
    råna
    • råna Verb (rånar, rånade, rånat)
  2. beroven (uitbuiten; ontdoen)
    utnyttja
    • utnyttja Verb (utnyttjar, utnyttjade, utnyttjat)
  3. beroven (een inbraak doen; inbreken; binnen breken)
    bryta sig in; göra inbrott
    • bryta sig in Verb (bryter sig in, bröt sig in, brutit sig in)
    • göra inbrott Verb (gör inbrott, gjorde inbrott, gjort inbrott)
  4. beroven (roven)
    råna; plundra
    • råna Verb (rånar, rånade, rånat)
    • plundra Verb (plundrar, plundrade, plundrat)

Konjugationen für beroven:

o.t.t.
  1. beroof
  2. berooft
  3. berooft
  4. beroven
  5. beroven
  6. beroven
o.v.t.
  1. beroofde
  2. beroofde
  3. beroofde
  4. beroofden
  5. beroofden
  6. beroofden
v.t.t.
  1. heb beroven
  2. hebt beroven
  3. heeft beroven
  4. hebben beroven
  5. hebben beroven
  6. hebben beroven
v.v.t.
  1. had beroven
  2. had beroven
  3. had beroven
  4. hadden beroven
  5. hadden beroven
  6. hadden beroven
o.t.t.t.
  1. zal beroven
  2. zult beroven
  3. zal beroven
  4. zullen beroven
  5. zullen beroven
  6. zullen beroven
o.v.t.t.
  1. zou beroven
  2. zou beroven
  3. zou beroven
  4. zouden beroven
  5. zouden beroven
  6. zouden beroven
diversen
  1. beroof!
  2. berooft!
  3. beroven
  4. berovend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für beroven:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
bryta sig in braak; inbraak; kraak
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
bryta sig in beroven; binnen breken; een inbraak doen; inbreken binnenbreken; binnendringen; binnenvallen; inbreuk maken; invallen; overtreden
göra inbrott beroven; binnen breken; een inbraak doen; inbreken
plundra beroven; roven leeghalen; leegplunderen; leegroven; leegstelen; plunderen; roven; uitknijpen; uitpersen; uitplunderen; uitzuigen
råna beroven; bestelen; roven gijzelen
utnyttja beroven; ontdoen; uitbuiten munt uitslaan; profiteren; speculeren met krediet; voordeel trekken

Verwandte Definitionen für "beroven":

  1. geld of wat anders afpakken1
    • deze bank is al drie keer beroofd1

Wiktionary Übersetzungen für beroven:


Cross Translation:
FromToVia
beroven frånta; beröva bereave — To take away someone or something important or close
beroven råna mug — to assault for the purpose of robbery
beroven råna rob — to steal from, using violence
beroven skinna; upptäcka dépouiller — Traductions à trier suivant le sens

Computerübersetzung von Drittern:

Verwandte Übersetzungen für beroven