Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. uiteendrijven:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für uiteendrijven (Niederländisch) ins Schwedisch

uiteendrijven:

uiteendrijven Verb (drijf uiteen, drijft uiteen, dreef uiteen, dreven uiteen, uiteengedreven)

  1. uiteendrijven
    gå ifrån
    • gå ifrån Verb (går ifrån, gick ifrån, gått ifrån)

Konjugationen für uiteendrijven:

o.t.t.
  1. drijf uiteen
  2. drijft uiteen
  3. drijft uiteen
  4. drijven uiteen
  5. drijven uiteen
  6. drijven uiteen
o.v.t.
  1. dreef uiteen
  2. dreef uiteen
  3. dreef uiteen
  4. dreven uiteen
  5. dreven uiteen
  6. dreven uiteen
v.t.t.
  1. heb uiteengedreven
  2. hebt uiteengedreven
  3. heeft uiteengedreven
  4. hebben uiteengedreven
  5. hebben uiteengedreven
  6. hebben uiteengedreven
v.v.t.
  1. had uiteengedreven
  2. had uiteengedreven
  3. had uiteengedreven
  4. hadden uiteengedreven
  5. hadden uiteengedreven
  6. hadden uiteengedreven
o.t.t.t.
  1. zal uiteendrijven
  2. zult uiteendrijven
  3. zal uiteendrijven
  4. zullen uiteendrijven
  5. zullen uiteendrijven
  6. zullen uiteendrijven
o.v.t.t.
  1. zou uiteendrijven
  2. zou uiteendrijven
  3. zou uiteendrijven
  4. zouden uiteendrijven
  5. zouden uiteendrijven
  6. zouden uiteendrijven
en verder
  1. ben uiteengedreven
  2. bent uiteengedreven
  3. is uiteengedreven
  4. zijn uiteengedreven
  5. zijn uiteengedreven
  6. zijn uiteengedreven
diversen
  1. drijf uiteen!
  2. drijft uiteen!
  3. uiteengedreven
  4. uiteendrijvend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für uiteendrijven:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
gå ifrån uiteendrijven

Wiktionary Übersetzungen für uiteendrijven:


Cross Translation:
FromToVia
uiteendrijven slösa; öda; ödsla dissiperdétruire en disperser.