Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. broed:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für broeds (Niederländisch) ins Schwedisch

broeds form of broed:

broed [het ~] Nomen

  1. het broed (broedsel; gebroed)
  2. het broed (nageslacht; kinderen; nakomelingen; )

Übersetzung Matrix für broed:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
avkommor broed; gebroed; kinderen; kroost; nageslacht; nakomelingen; telgen afstammelingen; nakomelingen; telgen
ruvning broed; broedsel; gebroed broeden; gebroed
ättlingar broed; gebroed; kinderen; kroost; nageslacht; nakomelingen; telgen afstammelingen; nakomelingen; telgen

Verwandte Wörter für "broed":



Wiktionary Übersetzungen für broeds:


Cross Translation:
FromToVia
broeds löptid; brunst heat — condition where a mammal is aroused sexually or where it is especially fertile