Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. snugger:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für snuggerheid (Niederländisch) ins Schwedisch

snugger:

snugger Adjektiv

  1. snugger (slim; clever; schrander; )
    skarpsinnigt; knipslug; listig; listigt; knipslugt
  2. snugger
    klok; smart; talangfull; klokt; talangfullt; begåvat

Übersetzung Matrix für snugger:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
listig doortraptheid; geraffineerdheid; gewiekstheid; gladheid; leepheid; listigheid; raffinement; sluwheid; snoodheid
smart geniaal persoon; genie
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
begåvat snugger bedachtzaam; correct; doordacht; nadenkend; pienter; raadzaam; verstandig; weldenkend; wijs; wijselijk; zinnig
klok snugger bevattelijk; gis; goedleers; schrander; slim; vlug van begrip
klokt snugger aan te prijzen; aanbevelenswaardig; bedachtzaam; bevattelijk; correct; doordacht; geniaal; gis; goedleers; nadenkend; pienter; preuts; raadzaam; rationeel; redelijk; schrander; slim; vernuftig; verstandelijk; verstandig; vlug van begrip; weldenkend; wijs; wijselijk; zinnig
knipslug clever; kien; pienter; schrander; slim; snugger; uitgeslapen
knipslugt clever; kien; pienter; schrander; slim; snugger; uitgeslapen
listig clever; kien; pienter; schrander; slim; snugger; uitgeslapen arglistig; berekenend; bezwaarlijk; doortrapt; gehaaid; geraffineerd; geslepen; gewiekst; lastig; leep; link; listig; met bezwaren; slangachtig; slinks; sluw
listigt clever; kien; pienter; schrander; slim; snugger; uitgeslapen arglistig; berekenend; bezwaarlijk; doortrapt; gehaaid; geraffineerd; geslepen; gewiekst; lastig; leep; link; listig; met bezwaren; obsceen; schuin; slangachtig; slinks; sluw; vies; vunzig; zedeloos
skarpsinnigt clever; kien; pienter; schrander; slim; snugger; uitgeslapen gevat; scherpzinnig; schrander; slim; snedig; uitgeslapen
smart snugger adrem; bij de pinken; bijdehand; clever; geleerd; gevat; gis; goochem; intelligent; kien; raak; schrander; slim; snedig; uitgeslapen; wijs
talangfull snugger bedachtzaam; correct; doordacht; nadenkend; pienter; raadzaam; verstandig; weldenkend; wijs; wijselijk; zinnig
talangfullt snugger bedachtzaam; correct; doordacht; nadenkend; pienter; raadzaam; verstandig; weldenkend; wijs; wijselijk; zinnig

Verwandte Wörter für "snugger":

  • snuggerheid, snuggere


Wiktionary Übersetzungen für snuggerheid:


Cross Translation:
FromToVia
snuggerheid intelligens intelligencefaculté de comprendre, de ne pas se méprendre sur le sens des mots, la nature des choses et la signification des faits.