Home ->Wörterbücher ->Niederländisch/Schwedisch ->Suche: scheiding

Niederländische und schwedische Suchergebnisse für: scheiding

Übersicht

Niederländisch nach Schwedisch: mehr Daten

scheiding:
- uppdelning; avskiljande; avsöndring
Wiktionary:
- scheiding → division, streck, strimla, strimma

Niederländisch

Detailübersetzungen für scheiding (Niederländisch) ins Schwedisch

scheiding:

scheiding [de ~ (v)] Nomen

de scheiding (segregatie; verbreking)
uppdelning; avskiljande; avsöndring
- uppdelning [-en] Nomen
- avskiljande Nomen
- avsöndring [-en] Nomen

Übersetzung Matrix für scheiding:

Noun	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
avskiljande	scheiding; segregatie; verbreking	afscheiding; afsplitsing
avsöndring	scheiding; segregatie; verbreking
uppdelning	scheiding; segregatie; verbreking	afdeling; divisie; hoofdgroep; sectie; verdeling

Verwandte Wörter für "scheiding":

scheidingen

Synonyms for "scheiding":

echtscheiding

Verwandte Definitionen für "scheiding":

beëindiging van een huwelijk¹
- de kinderen hebben de scheiding goed opgenomen¹
het uit elkaar gaan of uit elkaar zijn¹
- de scheiding duurde drie dagen¹
lijn op je hoofd waar het haar in verschillende richtingen gaat¹
- je moet een scheiding in je haar kammen¹

Wiktionary Übersetzungen für scheiding:

Cross Translation:

From	To	Via
• scheiding	→ division	↔ division — act or process of dividing anything
• scheiding	→ streck; strimla; strimma	↔ raie — ligne tracer sur une surface.

¹Muiswerk Woordenboek